Het Wenen van…
Tekst: Emely Nobis
Klimts geboortehuis is al jaren geleden gesloopt, net als zijn twee eerdere ateliers. Een wandeling door Wenen in zijn voetsporen begint daarom onvermijdelijk bij zijn laatste en enige bewaard gebleven verblijfplaats: de Klimt-Villa in de nobele wijk Hietzing. Toch moet je ook hier – letterlijk – achter de façade kijken. De atelierwoning waarin de beroemde kunstenaar de laatste jaren van zijn leven doorbracht, geeft zich niet meteen aan de buitenwereld prijs. Na Klimts overlijden wilden de eigenaren van het grondstuk op deze plek een villa bouwen. Gelukkig besloten ze toen al met vooruitziende blik om de ruimtes waarin de meester had gewerkt en gewoond intact te laten en hun villa om deze kern heen te bouwen. Er kwam een verdieping bovenop, het oppervlak werd vergroot en het geheel kreeg een nieuwe gevel. Dat gebeurde tussen 1923 en 1925. Klimts oorspronkelijke woning (tuinhuis, atelier en ontvangstkamer) werd daarmee een huis in een huis. De naam Klimt-Villa is dan ook enigszins misleidend: de kunstenaar zelf heeft het neobarokke pand nooit gezien.
Ontvangstruimte
Binnen zou hij zich wel meteen thuis hebben gevoeld. De kamerindeling is nog hetzelfde als in zijn tijd en dankzij foto’s van Moritz Nähr – vlak na Klimts overlijden gemaakt – zijn de ontvangstkamer en zijn laatste atelier sinds enkele jaren weer precies zo ingericht als toen hij er werkte en woonde. Dat maakt de sfeer van weleer goed voelbaar. Blikvangers in de ontvangstruimte zijn hoogwaardige replica’s van de strakke meubels en het kleurrijke tapijt van de beroemde architect/ontwerper Josef Hoffmann, een goede vriend van Klimt. De stijlvolle kamer maakt ook duidelijk dat Klimt aan het einde van zijn leven een vermogend man was. Baris Alakus, beheerder van de villa: ‘Hij schilderde veelvuldig echtgenotes van industriëlen. De prijs die zij voor zo’n portret betaalden, kwam overeen met die van een huis. Een heel groot huis.’
Atelier
Op ezels in het atelier – waar Klimt zo’n vijftig olieverfschilderijen en honderden tekeningen maakte – staan nu kopieën van de laatste schilderijen waaraan hij werkte: Dame mit Fächer (1917/18) en het onvoltooide Die Braut. Op het brede bed liggen de kaftans waarin hij zich tijdens het schilderen hulde. ‘Het bed moest zo groot zijn omdat er soms meerdere modellen tegelijk poseerden’, vertelt Alakus. Met veel van die modellen had Klimt affaires. ‘Hij verwekte bij hen ook de nodige kinderen. Vijf kinderen van drie verschillende vrouwen zijn officieel door hem erkend en daar heeft hij financieel voor gezorgd, maar het moeten er meer zijn geweest.’
Behalve via zijn werk leer je de kunstenaar nergens beter kennen dan in dit museum. Toch had het niet veel gescheeld of zelfs dit pand was er niet meer geweest. Nadat de uit Oostenrijk gevluchte Joodse eigenaren het in 1954 aan de staat hadden verkocht, was het eerst een school en stond het later jarenlang leeg. Toen de staat de vervallen villa wilde slopen om de bouwgrond duur te verkopen, kwam een groep burgers in het geweer. Pas na twintig jaar juridisch getouwtrek kreeg het in 2012 z’n huidige status. ‘De halve stad leeft van Klimt, dus het zou nogal droevig zijn als ook dit was gesloopt’, aldus Alakus.
Naast de voormalige woonvertrekken en het atelier van Klimt zijn er in het museum ook vier kleinere kamers ingericht met een expositie over leven en werk van de kunstenaar en bevriende tijdgenoten, met veel foto’s en tekeningen. Zo is de kamer waarin de modellen zich vroeger omkleden nu gewijd aan de Weense modeontwerpster Emilie Flöge, een goede vriendin van Klimt die zelf beroemd werd door haar wijde zwart-wit gestreepte Wiener-Werkstätte-Reformkleid. Zij zag als eerste af van korsetten en insnoering en bevrijdde daarmee de vrouw, zoals Coco Chanel dat later in Frankrijk zou doen.
Bij het verlaten van de villa lopen we door de tuin. Daarin bloeien nog steeds de Isfahan-rozen die Klimt vereeuwigde in zijn werk Obstgarten mit Rosen. Ze werden ontdekt toen de volledig verwilderde tuin bij de renovatie in 2012 werd aangepakt. Ter ere van Klimts sterfjaar zal het schilderij deze zomer in de tuin als levend kunstwerk worden aangelegd, zodat bezoekers er als het ware doorheen kunnen lopen.
Feldmühlgasse 11 (metro U4, halte Unter-St.-Veit), geopend tussen april en december, klimtvilla.at
Wiener Secession
Wie meer van Klimt in Wenen wil ervaren, komt automatisch uit bij zijn werk. De route leidt in elk geval naar het verenigingsgebouw van de Wiener Secession: de Oostenrijkse variant op de Duitse Jugendstil die zich afzette tegen de dan heersende academische kunst. Tussen 1897 en 1905 was Klimt president van deze kunstbeweging. Hij organiseerde baanbrekende tentoonstellingen waarin hij werk van moderne kunstenaars uit heel Europa naar Wenen haalde én een podium gaf aan jonge, vernieuwende Oostenrijkse kunstenaars als Egon Schiele. In de centrale ruimte van het verenigingspand schilderde hij in 1902 zijn beroemde Beethoven-Fries op de muren, als onderdeel van een geheel aan Beethoven gewijde tentoonstelling. Het markante verenigingsgebouw van de Wiener Secession met de opvallende gouden koepel is nu een museum.
Friedrichstraße 12 (metro U1, 2, 3 of 4 halte Karlsplatz), secession.at
Burgtheater
De weg voert verder naar het Burgtheater, waar een nog jonge Klimt samen met zijn broer Ernst en zijn vriend Franz Matsch in 1887 de plafondschilderingen voor het trappenhuis maakte. Ze kunnen bezichtigd worden tijdens een theaterbezoek of tijdens een van de dagelijkse rondleidingen. Een virtuele tour (door het hele pand) is mogelijk op Google Arts & Culture.
Universitätsring 2 (metro U3, station Herrengasse of U2, station Schottentor), burgtheater.at
Belvedere
De wandeling eindigt vanzelfsprekend in het Belvedere: dit museum heeft de grootste collectie olieverfschilderijen van de kunstenaar, onder meer het beroemde Kuss (De kus).
Natuurlijk kom je Klimt ook overal in de Weense souvenirwinkels tegen, in de vorm van mokken, tassen, sjaals of koelkastmagneten met afbeeldingen van zijn werk. Die toeristische exploitatie maakt dat sommigen hem tegenwoordig eerder met kitsch dan met kunst associëren. Klimt-expert Alfred Weidinger, voormalig curator van het Belvedere, is het daar niet mee eens. ‘Zijn werken spreken een breed publiek aan omdat ze erg decoratief zijn, mede door het vele gebruik van bladgoud. Daardoor belanden ze het al gauw in de kitsch-lade. Toch hebben ze wel degelijk diepgang. Zelfs als hij vrouwen portretteert, gebeurt er op de achtergrond altijd iets spannends dat die diepere betekenis oproept. Omdat hij er zelf geen uitleg bij gaf, begrijpen we de symboliek niet altijd – maar dat was juist de bedoeling van de symbolisten. ’
Wie Klimt wil begrijpen, aldus Weidinger, moet beseffen dat hij zichzelf eerder als ambachtsman dan als schilder zag. ‘Als zoon van een arme goudgraveur ging hij niet naar de kunstacademie maar naar de kunstnijverheidsschool. Daar was tekenen en schilderen één van de vakken, naast bijvoorbeeld boekbinden, anatomie of architectuur. Jongens als Klimt – zonder rijke ouders – moesten met hun werk gewoon geld verdienen en met deze opleiding kon je nog alle kanten op: schilder, grafisch ontwerper of bijvoorbeeld fotograaf.’
Prinz Eugen-Straße 27 (metro U1, halte Südtirolerplatz), belvedere.at
Eenvoudig graf
Klimt begon zijn carrière ook heel ambachtelijk, met het maken van affiches en decorstukken voor theaters. Hoewel hij geen gezelschapsmens was (‘hij was zelfs redelijk mensenschuw’), had hij het geluk dat zijn talent door de juiste mensen werd gezien. Hij verwierf al gauw bekendheid en kreeg prestigieuze opdrachten. Ondanks zijn succes als schilder bleef zijn opleiding als toegepast kunstenaar zijn oeuvre bepalen, aldus Weidinger. ‘Hij probeert eigenlijk toegepaste kunst te schilderen. Naarmate hij zich verder ontwikkelt, krijgen zijn werken meer reliëf. Neem zijn hoofdwerk: Kuss uit 1907-1908. In de achtergrond heeft hij goud verwerkt, maar eigenlijk had hij het hele werk willen opbouwen uit goud, zilver en edelstenen. Omdat hij zich dat niet kon permitteren, werd het een schilderij.’
Slechts een keer in zijn leven kon Klimt zijn ideaal waarmaken. In het door Josef Hoffmann ontworpen Stocletpaleis in Brussel (helaas niet toegankelijk) mocht Klimt de wanden van de eetzaal decoreren. Weidinger: ‘De opdrachtgever gaf hem de vrije hand, ook financieel. Interessant genoeg maakt hij daar dan geen fresco of schilderij, maar een uit tal van materialen opgebouwd groot, loodzwaar mozaïek waarvan geen centimeter is geschilderd. Alles is van marmer, bladzilver, bladgoud, potlood, pakpapier, email, mozaïeksteentjes, halfedelstenen, ivoor, parelmoer… Daar zie je precies hoe Klimt denkt en hoe hij in het ideale geval had willen werken.’
Toen Klimt in het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog aan een hersenbloeding overleed, kreeg hij een voor die tijd opulente begrafenis. Hij werd begraven op het kerkhof van Hietzing, aangelegd op een heuvel op een half uur lopen van de Klimt-Villa. Zo is voldaan aan Klimts laatste wens dat zijn rustplaats zou uitkijken over de stad waar hij zijn hele leven had doorgebracht.
Maxingstraße 15 (metro U4, halte Hietzing). Klimt ligt begraven in groep 5, nummer 194
Kijk wat je allemaal in de omgeving kunt doen op onze wegwijzer.
Mozart
Nannerl Mozart
Leopold Mozart
Schrijver
Christine Lavant
Schrijfster
Schilder en superster
architect Otto Wagner
Beethoven
Sisi
Joseph Haydn
Egon Schiele
kunstenaar Gustav Klimt
Stille Nacht!
In het spoor van de makers
In het spoor van de makers
Keizer van Mexico
architect Adolf Loos
Josef Madersperger
Uitvinder
Johann Puch
Johann Puch
Gerhard Lampersberg