Boeken
Oostenrijks laatste keizerin
Zita van Bourbon-Parma (1892-1989) was de vrouw van de laatste keizer van Oostenrijk, Karl I, en als zodanig de laatste keizerin van Oostenrijk en koningin van Hongarije. Na de moord op de aartshertog Franz Ferdinand in 1914 werd Karl de troonopvolger van keizer Franz Jozeph I. Na de dood van deze laatste in 1916 werden Karl en Zita keizer en keizerin van Oostenrijk en koning en koningin van Hongarije. Een jaar later vertrokken ze uit Wenen naar Baden om daar de laatste twee jaar van de Eerste Wereldoorlog door te brengen (zie de stedentrip over Baden in Oostenrijk Magazine 4-2018, nu in de winkel).
Daar nam ze onder andere het initiatief voor het opzetten van een Wöchnerinnenhaus waar vrouwen hulp konden krijgen bij de geboorte van hun kinderen. Nadat Karls in november 1918 de troonsafstand had getekend, zocht het gezin z’n toevlucht in kasteel Eckartsau buiten Wenen tot ze in maart 1919 naar Zwitserland vertrokken, waarna alle Habsburgse bezittingen werden geconfisqueerd en het de keizerlijke familie verboden werd ooit nog voet op Oostenrijkse bodem te zetten. De ballingschap voerde Zita via Zwitserland, Madeira (waar Karl in 1922 stierf), Spanje en België naar Canada en de Verenigde Staten. Vanuit Amerika organiseerde zij na de Tweede Wereldoorlog een hulpactie voor Oostenrijk en Hongarije.
In 1948 keerde Zita terug naar Europa om haar kleinkinderen te zien opgroeien. Een terugkeer naar Oostenrijk was toen nog niet mogelijk. Pas in 1982 mocht zij, inmiddels 90 jaar oud, na een ballingschap van 65 jaar Oostenrijk weer bezoeken, maar zij bleef in Zwitserland wonen waar zij in 1989 overleed. De Oostenrijkse regering gaf na haar overlijden toestemming voor haar bijzetting in de Kapuzinergruft, de grafkelder van de Habsburgers.
Geïnteresseerd in het leven van Zita?
E.H.P. Cordfunke, Zita • Keizerin van Oostenrijk, koningin van Hongarije, Walburg Pers, € 39,50.