Boeken

De gravin van de Lungau

Tekst: Emely Nobis

In Het geheim van de Gucci-koffer beschrijft Pauline Terreehorst de geschiedenis van de ooit zo machtige Midden-Europese adel in de afgelopen eeuw aan de hand van het leven van één van hen: Margarethe, bekend geworden als gravin van de Lungau. Boeiend voor monarchisten én republikeinen.

Gravin Margarethe Szapáry (1871-1943), geboren Henckel von Donnersmarck, moet een bijzondere vrouw zijn geweest. Ze wordt geboren in een schatrijke (oorspronkelijk uit het Gelderse Kalkar afkomstige) adellijke familie, die in de historische regio Silezië fortuin heeft vergaard in de staalindustrie. In 1900 trouwt ze met ritmeester Sándor graaf Szápáry de Szápár uit de Hongaarse Szápáry-familie: niet rijk, wel politiek invloedrijk binnen het toen nog enorme Habsburgse keizerrijk.

Geliefde gravin

Na hun huwelijk verhuist het echtpaar naar de toen tamelijk geïsoleerde regio Lungau in het Salzburgerland. Daar laten ze – naast de ruïnes van een burcht in Ramingstein – de nieuwe ‘middeleeuwse’ burcht Finstergrün bouwen. Ze krijgen twee kinderen: zoon Béla (1901) en dochter Jolánta (1902).

Als Sándor in 1904 onverwacht sterft, gaat Margarethe niet (zoals toen gebruikelijk in adellijke kringen) terug naar haar familie, maar blijft ze in haar geliefde Lungau wonen. Ze zet haar fortuin in om de armen en zieken in haar omgeving te helpen, tijdens de Eerste Wereldoorlog door leiding te geven aan een voedselproject en een inzamelingsactie te organiseren voor warme kleding voor soldaten. Na de oorlog koopt ze van haar dan snel slinkende kapitaal woningen, grond en gereedschap voor invalide soldaten en hun families en helpt ze hen om als ondernemer aan de slag te gaan. Ook investeert ze in de aanleg van een elektriciteitscentrale in het nabijgelegen Murtal. Dat alles maakt haar geliefd en levert haar de bijnaam ‘gravin van de Lungau’ op.

Buurman Hermann Göring

Pauline Terreehorst is op Margarethes levensverhaal gestuit via de aankoop van een vintage Gucci-koffer op een veiling bij Sotheby’s. De voormalig modejournalist bij de Volkskrant, later onder meer directeur van het Amsterdam Fashion Instituut, verwierf met die koffer niet alleen elegante kleding, bont en kant, maar ook een album met ansichtkaarten. Juist dat album stuurt haar – jaren later – op een queeste door Midden-Europa, op zoek naar meer informatie over de moeder (Margarethe) en dochter (Jolánta) die de ansichtkaarten hebben verzameld en deels aan elkaar verstuurd.

Zoals dat kan gaan met projecten: het liep een beetje uit de hand. Toen Terreehorst eenmaal begon te speuren, voerde haar zoektocht haar niet alleen door de kroonlanden van de voormalige Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie, maar ook naar het voormalige Pruisen (inclusief Silezië) en naar Parijs – waar een indertijd beroemde courtisane (La Païva) de geliefde en latere vrouw is van Guido Henckel von Donnersmarck – uit een uiteraard verwante tak van Margarethes familie.

Uitvoerig beschrijft Terreehorst de adellijke paleizen, meubels en kunstwerken, net als de onderlinge verwantschappen, verwikkelingen en do’s en don’ts. Margarethe maakt tijdens haar leven zowel de Eerste Wereldoorlog, de crisisjaren (als ze zich op enig moment gedwongen ziet vakantiegangers in het kasteel te laten overnachten, uiteraard alleen beschaafde dames) én de Tweede Wereldoorlog mee. Het boek beslaat dan ook ruim een eeuw (inclusief de periode voor haar geboorte en de tijd erna). Zo is er ook ruim aandacht voor Hermann Göring – die een deel van zijn jeugd doorbracht bij zijn oom op het nabij Finstergün gelegen kasteel Mauterndorf in de Lungau. Hij voelt zich door de adel niet geaccepteerd en heeft het tijdens de Tweede Wereldoorlog voorzien op Margarethes inboedel. Ze weet de door haar verafschuwde ‘buurman’ te ontwijken, maar moet uiteindelijk wel een kostbaar hemelbed aan hem afstaa.

De conservatieve, gelovige Margarethe zou graag de adel weer aan de macht zien, maar moet niets hebben van de nazi’s en waarschuwt al in de jaren dertig in ingezonden brieven in Britse kranten voor het gevaar dat van hen uitgaat. Des te wranger dat de nazi’s na haar overlijden een motoreenheid van de Hitlerjugend onderbrengen in kasteel Finstergrün.

Het is knap hoe Terreehorst via alle zijpaden die ze bewandelt en het tijdsbestek dat ze overbrugt telkens weer terugkomt bij haar hoofdpersoon. De keerzijde is dat Margarethe als het ware in de schaduw van die boeiende maar soms bijna al rijke vergaarbak verdwijnt. Ze komt niet echt tot leven, waarschijnlijk mede omdat ze geen egodocumenten heeft nagelaten en er niemand meer is die haar nog persoonlijk heeft gekend.

Verwant met prins Philip

Terreehorst gaf haar boek als ondertitel mee: Hoe de adel uit Midden-Europa verdween. Die constatering is op z’n minst twijfelachtig. Ja, de wereld zoals de adel die ooit kende is er niet meer. Ze verloor haar vanzelfsprekende macht en in Oostenrijk zijn adellijke titels sinds 1919 zelfs officieel verboden. Maar ook al ontbreekt tegenwoordig het ‘von’, iedereen in Oostenrijk herkent namen als Starhemberg, Auersperg, Kottulinsky of Trapp als oude adel.

Die oude adel heeft bovendien nog steeds grote delen van het land in bezit. Zo is de familie Esterházy eigenaar van de helft van de grond in de provincie Burgenland en ook andere voormalige vorstenhuizen bezitten ieder meerdere duizenden hectare bos en weiland. Veel kastelen worden eveneens nog steeds bewoond door ‘de familie’ – al kunnen die vaak niet meer teren op het kapitaal van hun voorouders en hebben ze een ‘burgerlijke’ baan of moeten ze – net als Margarethe op enig moment – bijverdienen door openstelling van hun paleizen voor overnachtingen, rondleidingen, feesten en partijen.

Het geheim van de Gucci-koffer biedt een goed beeld van de omwenteling in de leefwereld van de Midden-Europese adel in de afgelopen eeuw. Zelf ervaart de adel dat allicht als een teloorgang, maar binnen de nieuwe verhoudingen heeft ze zichzelf opnieuw weten uit te vinden en is ze zeker nog niet van het toneel verdwenen.  Illustratief voor hun onder-onsje is wat dat betreft een in het boek opgenomen groepsfoto van het huwelijk van gravin Yvonne Szapáry (kleindochter van Margarethe). Haar echtgenoot, ‘prins’ Karl von Hessen, is verwant met de koninklijke familie van Griekenland, net als zijn oom, de Britse prins Philip. De echtgenoot van koningin Elisabeth van Groot-Brittannië staat bij deze groepsfoto dan ook prominent op de eerste rij.

Al kan een actrice tegenwoordig soms prinses worden, een huwelijk onder elkaar wordt in adellijke kring nog steeds wenselijker gevonden en levert veel minder gedoe op.

Pauline Terreehorst, Het geheim van de Gucci-koffer. Hoe de adel uit Midden-Europa verdween. Uitgeverij Prometheus, € 22,50

Uitgeverij Prometheus
Het geheim van de Guccikoffer