Wijn

Dessertwijnen: Vloeibaar goud

Botrytis of Edelfäule (rechts)

Flüssiges Gold: zo noemen Oostenrijkers zelf hun prachtige dessertwijnen. Ze worden in alle wijngebieden gemaakt en zijn de trots van menig wijnboer.

De eerste Oostenrijkse zoete wijn zou in 1526 zijn gemaakt in Donnerskirchen aan de Neusiedlersee. Deze Trockenbeerenauslese diende 326 jaar lang (tot 1852) als feestwijn, onder andere aan het hof van het adellijk geslacht Esterházy.

Nog steeds staan de oevers van het ondiepe meer in Burgenland bekend om de prachtige zoete wijnen die er vandaan komen, zoals de exclusieve Ruster Ausbruch, die wat betreft suikergehalte gelijk zijn aan een Trockenbeerenauslese. Langs het meer komt de botrytis cinerea voor: in het Duits Edelfäule. Deze schimmel droogt de druiven uit en concentreert suikers en geur- en smaakstoffen. Dit zorgt voor mooi geconcentreerde zoete wijnen.

Om ook zonder botrytis zoete wijnen te krijgen, worden gave, gezonde druiven ook wel gedroogd op (stro)matten of aan rekken. Voor het vloeibare goud van Oostenrijk worden vooral witte druivenrassen als Welschriesling, Chardonnay en Sämling gebruikt. Er zijn echter ook prachtige rode zoete wijnen.

Of er in een jaar (veel) zoete wijn gemaakt kan worden, is afhankelijk van kwaliteit en kwantiteit van het fruit en het optreden van Edelfäule. In 2016 bijvoorbeeld werd in veel wijngebieden vanwege strenge vorst in het voorjaar slechts 20 tot 25% van het normale volume geoogst. Veel en goede Beeren- en Trockenbeerenauslese was er wel in 2005, 2004, 2001, 1998, 1996 en 1995. Beroemde historische jaargangen zijn ook 1991, 1981, 1973, 1969 en 1963.