Almdudler
Drie jaar lang sleutelde de in 1924 in Wenen geboren Erwin Klein aan zijn alpenkruidendrank. Op zijn huwelijksdag, 17 oktober 1957, kon hij zijn bruid Ingrid eindelijk de eerste Almdudler overhandigen. De naam kwam van de zegswijze ‘Auf der Alm dudeln’ (= een vorm van jodelen). Het klederdrachtpaartje (Marianne en Jakob) op alle flessen volgde iets later.
Erwin leek niet voor het ondernemen in de wieg gelegd. Als jochie van zeven danste hij al bij het Weense Staatsballet en vanaf zijn negende volgde hij toneelopleidingen. Toch stapte hij in 1947 in het bedrijf van zijn vader: een producent van sodawater. Ook Erwins zakelijk talent bleek groot. Niet lang nadat hij Almdudler had uitgevonden, werd de limonade ook door 350 andere bedrijven in licentie geproduceerd en afgevuld. In 1973 verkocht Klein de eigen fabrieken en sindsdien wordt Almdudler zelfs alleen nog onder licentie geproduceerd. Ondanks zijn succes als ondernemer bleef Klein de uitvoerende kunsten een leven lang trouw. In 1958 opende hij Heurigenrestaurant Zu den Spitzbuben, waar de gelijknamige cabaretgroep triomfen vierde met vooral door Klein geschreven teksten. Toen in 1983 bleek dat hij ernstig ziek was, kon de levensgenieter dat niet aan en pleegde hij zelfmoord . Sindsdien is het bedrijf eigendom van zijn kinderen Thomas en Michaela.
Tegenwoordig produceren alle licentiehouders samen zo’n 80 miljoen flessen en blikjes Almdudler per jaar: naast het ‘origineel’ tal van andere smaken met circa 20 procent minder suiker dan gebruikelijk in limonades en allemaal zonder zoetstoffen (zelfs de suikervrije variant) of kunstmatige toevoegingen. Almdudler is de meest geliefde limonade van Oostenrijkers, blijkt uit onderzoek. Dat onderstreept het merk zelf met z’n iconische slogan: ‘Wenn die kan Almdudler hab’n, geh‘ i wieder ham!’
Sacher-Torte
Stroh Rum