Mieminger Sonnenplateau
Weidse wandeldagen
Tekst: Emely Nobis / Beeld: Frits Roest
Het Mieminger Plateau, gelegen tussen 850 en 1000 meter hoogte boven het Inntal in het Tiroolse Oberland, is van een bevallige schoonheid. Het weelderige groen van de uitgestrekte weiden en geurige bossen vormen een lieflijk contrast met de ruwe kalkstenen pieken van het omringende gebergte. Vanaf het veertien kilometer lange en vier kilometer brede middelgebergteterras heb je een van de weidste uitzichten in heel Tirol. Omdat de Mieminger Kette de kille noorderwind tegenhoudt, is het klimaat (met 2000 zonuren per jaar) er aangenaam. Ook de veertien verspreid liggende boerengehuchten én een goed bewaard gebleven middeleeuwse burcht dragen bij aan de algehele charme.
Door de lariksweiden
De meeste wandelroutes op het Mieminger Plateau zijn vlak of licht glooiend. Dat geldt ook voor onze eerste route over de Larchsteig. Deze korte rondwandeling rondom het plaatsje Obsteig voert door de lariksweiden (Larchwiesen), het voor deze hoogvlakte meest typerende landschap. Informatieborden langs het pad geven meer informatie over flora en fauna én over archeologische vondsten als zwerfstenen uit de laatste ijstijd en een stenen cirkel, waarschijnlijk een historische kook- of offerplaats.
Onze gids is Toni Riser, bioboer en initiatiefnemer van de Larchsteig. Terwijl onze voeten bij elke stap een beetje wegzakken in de drassige bodem tussen de bomen vertelt hij dat lariksen op het Mieminger Plateau al gecultiveerd worden sinds de 13e eeuw, toen in het Inntal de cisterciënzer-abdij Stams werd gebouwd. ‘Omdat larikshout relatief duurzaam en sterk is, werd het erg gewaardeerd als bouwmateriaal. Waar bossen elders in Tirol werden gerooid om er weidegrond van te maken, begonnen de boeren hier juist de lariksweiden te cultiveren. Later werden er van het hout elektriciteitsmasten en telefoonpalen gemaakt.’
Lariksen (een conifeersoort) hebben een open kroon en laten zo veel licht door dat er op open plekken tussen de bomen een heel ander soort vegetatie groeit dan in een gemiddeld bos, zoals knikkend nagelkruid, franjegentiaan, herfsttijloos, wilde akelei en moerasorchideeën. Vandaar de naam lariksweiden (en dus geen lariksbos). Dat maakt een wandeling hier in het voorjaar en de zomer al kleurrijk. Toch is een herfst- of winterwandeling nog unieker. De naalden van de lariks verschieten vanaf begin november namelijk van groen naar rood-oranje. ‘In het avondlicht lijkt het dan net alsof het bos in brand staat’, aldus Riser. Na deze ‘gouden herfst’ volgt de winterperiode, waarin de bomen na de eerste nachtvorst hun naalden laten vallen. ‘Dan is het net alsof er een rode loper voor je wordt uitgerold.’
Marchstecken
De lariksweiden staan verspreid over grondstukken van tientallen boeren, van elkaar ‘gescheiden’ door grenspaaltjes. Riser wijst ons op de vijf inkervingen in deze houten paaltjes. Ze staan telkens net iets anders gegroepeerd en maken – als een soort logo – duidelijk van welke boer welk stuk land is. Dit zogeheten Marchstecken gaat terug tot 1733, toen elke boerderij op het plateau van de Tiroler landsvorst een stuk bos in beheer kreeg. Niet uit liefdadigheid, maar om te voorkomen dat de boeren lukraak bos rooiden en er te weinig hout overbleef voor de vorstelijke zoutmijnen in Hall en de zilvermijnen in Schwaz. In ruil voor hun eigen stukje grond mochten de boeren verder nergens op het plateau meer bomen vellen. Indertijd werden er 180 verschillende ‘logo’s’ aan boerderijen toegekend; daarvan zijn er nog steeds ruim honderd in gebruik. ‘Boeren zien er nog steeds nauwgezet op toe dat de paaltjes met de juiste inkerving richting hun grondstuk worden geplaatst.’
Beschermd landschap
Vandaag de dag zijn de lariksweiden het pronkstuk van het Mieminger Plateau en siert de lariks zelfs het wapen van Obsteig. Toch dreigden de bomen een jaar of vijftig geleden te verdwijnen. Riser: ‘Om lariksweiden in stand te houden, moet je ze begrazen en geregeld maaien. Dat was vroeger interessant, want een keuterboertje kon met het hooi van één hectare weide twee runderen een winter lang voeren. Later werden de boerderijen groter en waren er steeds minder arbeidskrachten om met de zeis te maaien. Het gevolg was dat sneller groeiende naaldbomen als sitkasparren en dennen de hoogte inschoten en het licht – dat lariksen nodig hebben om te gedijen – begonnen weg te nemen. Gelukkig besloot de toenmalige burgemeester om er een beschermd landschapsgebied van te maken; anders waren er nu geen lariksweiden meer over.’
Toch is een deel van het lariksbestand al verloren gegaan. Riser wijst naar een gemengd bos, dat donker en dichtbegroeid afsteekt tegen de open, parkachtige lariksweiden. ‘Die boer wilde indertijd zijn weiden niet cultiveren. Dan neemt de natuur het binnen de kortste keren over en legt de lariks het af tegen de concurrentie.’
Dat komt omdat een sitkaspar op het hoogplateau tachtig jaar nodig heeft om rooibaar te worden; bij een lariks duurt dat maar liefst 150 tot 200 jaar én vergt het cultiveren van de weides veel meer werk – ook al verlichten kleine zitmaaiers tegenwoordig het onderhoud. De meeste boeren hebben het er gelukkig voor over, aldus Riser, want: ‘Zo’n mooie en bijzondere plek moet behouden blijven.’
Naar de burcht
Startpunt van de Larchsteig-wandeling is het Landhotel Stern tegenover de parochiekerk van Obsteig. Het hotel is ook een prima uitgangspunt voor tal van wandelingen in de regio. De volgende dag dalen we via een paadje achter de kerk en de aangrenzende basisschool af naar de Klammer Mühle (al resteert van die molen slechts een klein gebouwtje). Vanaf hier lopen we naar achtereenvolgens de gehuchten Thal en Wald, enorm pittoresk dankzij enkele eeuwenoude boerderijen, hooischuurtjes, kapelletjes, sappig groene weides én die fantastisch weidse blik op de bergen. Ook hier staan langs de route her en der solitaire lariksen. Pas nu valt op hoe gigantisch groot ze kunnen worden: wel 30 tot 40 meter. Ga naast zo’n reus staan en je hebt een leuk fotomotief.
In Wald lopen we langs Haus Schweig richting Klammerbach en vervolgens langs deze kabbelende beek, over een schaduwrijk bospad tot aan een open weide. Bij een splitsing slaan we voor de brug naar de Klammerhof linksaf naar een kapel. Iets verderop rijst aan de andere kant van de kloof de vrijstaande ronde wachttoren van de Burg Klamm op uit de rotsen. Ze werd in de jaren 1220 tot 1230 gebouwd maar ziet er na een restauratie in de jaren vijftig van de vorige eeuw weer uit als nieuw. We kunnen haar helaas alleen van een afstand bewonderen, want ze is in particulier bezit en niet te bezichtigen.
Vanaf dit punt verder voert een klim naar de 25 meter hoge waterval van de beek Klamm, maar omdat het de nacht ervoor heeft geregend zijn stenen en boomwortels glad en laten we het steile pad voor wat het is. Wij lopen terug langs de Klammerbach en nemen bij de Klammer Mühle weer het paadje omhoog naar de kerk en ons hotel.
Op de alm
Het Mieminger Plateau is niet overal vlak of glooiend. Onze laatste wandeling is een wat pittiger klim naar het bergrestaurant Marienberg Alm (1627 meter). We zetten de auto op de parkeerplaats in de Obsteiger wijk Arzkasten, net op het moment dat een parkeerwacht boetes uitschrijft voor auto’s die hier staan zonder dat er is betaald. Stom van die chauffeurs, want voor een paar euro mag je hier de hele dag staan.
Na het kopen van een parkeerbon wandelen we naar het nabijgelegen Gasthaus Arzkasten. Net daarvoor slaan we af en lopen we tot aan een splitsing. Mountainbikers nemen hier het brede bospad links omhoog naar de alm. Wij volgen de bordjes Alpsteig. Het eerst nog brede wandelpad wordt allengs steiler, rotsachtiger en soms wel erg smal – maar dan is gelukkig een staaldraad gespannen om je aan vast te houden. Het is een erg warme dag, dus we zijn blij dat een deel van de route door het bos voert en er geregeld verfrissende waterbronnen over het pad stromen. Later lopen we een stuk parallel aan een kabbelend koel beekje.
Als we na twee uur klimmen (590 meter) op de bloemrijke alm aankomen, vullen we onze waterflesjes bij een door koeien omzwermde waterbron en zoeken we vervolgens een schaduwrijk plekje onder een parasol op het terras van het bergrestaurant. Terwijl we wachten op onze Kaspress- en Speckknödel (die overheerlijk blijken) en een alcoholvrij Weizen drinken, laten we het weidse uitzicht over het Gurgltal, de Lechtaler Alpen en het Inntal op ons inwerken.
Na een uitgebreide middagpauze kiezen we voor onze afdaling de minder steile route over het bospad terug naar Arzkasten. Onderweg komen ons tal van mountainbikers tegemoet. Het wordt die middag blijkbaar nog druk op de bergweide.
‘Larchbaden’ in Landhotel Stern
Het Mieminger Plateau heeft weinig toeristische infrastructuur en daarom ideaal voor rustzoekers in de natuur. Een goed uitgangspunt voor een vakantie hier is het Landhotel Stern, naar eigen zeggen het eerste klimaat neutrale hotel van Oostenrijk (in 2011). In de praktijk betekent dit: Veel larikshout in de kamers, een regionale keuken (met onder andere forel en saibling uit de vijvers van de abdij van Stams), verwarming met lokale houtsnippers, CO2-compensatiebetaling naar klimaatbeschermingsprojecten en een (nieuw) ondergronds zwembad op ecostroom.
Gasthof Stern was vroeger (sinds 1509) de dorpsherberg van Obsteig en ligt (dus) tegenover de parochiekerk langs de doorgaande weg (met bushalte). Het huidige Landhotel, met schaduwrijke tuin onder de kastanjebomen, wordt sinds 1907 gerund door de familie Föger, inmiddels door vierde generatie René Föger. De lariks – het uithangbord van het Mieminger Sonnenplateau – speelt ook in het hotel een grote rol. Wie er logeert, kan deelnemen aan een programma rondom ‘Larchbaden’: een verzamelbegrip van wandelen, yoga, borrelen en/of picknicken tussen de bomen. Daarnaast worden er allerlei andere activiteiten georganiseerd. Voor kinderen is er een grote speelplaats, een knutselschuur en een ponymanege. Volwassenen kunnen bijvoorbeeld op Mundraub-toer met Elfi Stolz, de tante van René. Afhankelijk van het seizoen wordt er dan in het bos, op de weides en de eigen kruidentuin gefoerageerd om daarmee bijvoorbeeld thee, zalf of een maaltijd te maken.
Hier vind je een recept voor Elfi’s Flammkuchen van Dinkelmeel, gemaakt met graan van de eigen boerderij en van met gasten geplukte (wilde) kruiden.
Landhotel Stern, Unterstrass 253 in Obsteig am Mieminger Plateau, hotelstern.at
Overige Tips & Adressen
Algemeen
Het Mieminger Plateau ligt ten westen van Innsbruck (40 km). Algemene informatie over het Mieminger Plateau, accommodatie, gastronomie, openbaar vervoer, bezienswaardigheden en evenementen: innsbruck.info
VVV Mieming: Obermieming 185
Een vakantie op het Mieminger Plateau is prima combineren met stedentrip of dagtochtje naar Innsbruck. Lees hier wat je er zoal kunt zien en doen in de hoofdstad van Tirol.
Zien & Doen
De beste tijd om op het Mieminger Plateau te wandelen of te fietsen is het vroege voorjaar of de late zomer en herfst, want in de zomer kan het er behoorlijk warm zijn. Enkele tips naast de in dit artikel genoemde wandelingen:
Sonnenplateau Rundwanderung
De 33 kilometer lange maar gemakkelijke en goed bewegwijzerde Sonnenplateau rondwandeling voert over een groot deel van het Mieminger Plateau, onder meer door lariksweiden, langs de burg Klamm en de waterval en door enkele boerengehuchten. Startpunt is de (gratis) parkeerplaats naast het boszwembad Barwies.
Mooswiesenwanderung
Ook de 5,4 kilometer lange Mooswiesenwanderung begint en eindigt bij de parkeerplaats naast het boszwembad Barwies. Deze rondwandeling voert langs een aantal meertjes en door het gehucht Gschwent. Bij Gasthaus Moosalm is een 150 meter lange loopbrug langs en op de Mooswiesen (moerasweiden) aangelegd, met informatieborden over flora en fauna in dit natuurgebied.
Genussradweg
Over het Mieminger Plateau en langs de dorpen in het Inntal zijn twee gemoedelijke fietsroutes uitgezet langs boerderijen, producenten, restaurants en cafés waar iets te proeven of te kopen valt, zoals spek, honing, jam, brand of huisgemaakt ijs en brood. Download hier de PDF met een beschrijving van beide routes en informatie over de aangesloten producenten.