In het spoor van…
Tekst: Emely Nobis / Beeld: Frits Roest
‘De rechte lijn is goddeloos en amoreel’
‘Ramen keurig in het gelid zijn treurig. Ramen moeten kunnen dansen.’
Zo maar twee uitspraken van Friedensreich Hundertwasser, een van Oostenrijks belangrijkste moderne kunstenaars en architecten en een groot voorvechter van een mens- en milieuvriendelijke bouwwijze. Hundertwasser liet geen kans voorbijgaan om vakgenoten te verketteren die sobere, minimalistische en in zijn ogen mensonwaardige gebouwen ontwierpen. Zo publiceerde hij in 1968 het manifest Los van Loos – waarin hij zich afzet tegen de invloedrijke architect Adolf Loos en diens rationele architectuur. Zijn eigen werk, zowel schilderijen als gebouwen, kenmerkt zich door organische vormen (gebaseerd op planten, dieren of mensen), heldere kleuren, golvende lijnen en spiraalvormen. Ook uivormige torens en keramische tegels komen in zijn ontwerpen geregeld terug.
Hundertwasser werd in 1928 in Wenen geboren als Friedrich Stowasser. Zijn vader stierf kort na zijn eerste verjaardag. Met zijn joodse moeder overleefde hij de Tweede Wereldoorlog en in 1948 liet hij zich inschrijven bij de Weense kunstacademie. Hij raakte er blijvend onder de indruk van Klimt, Schiele en Klee, begon zijn werken met Hundertwasser te signeren (‘sto’ betekent honderd in Slavische talen), maar brak de opleiding al na drie maanden af om zijn eigen weg te volgen. Na eerste exposities in Wenen (1952-53) boekte hij ook internationaal succes in Italië, Parijs en later ook Tokio, Kaapstad, Hongkong en Rio de Janeiro. De naam Friedensreich ontstond in de jaren zestig tijdens zijn tweede (korte) huwelijk met een Japanse. Hij vertaalde zijn voornaam in de Japanse schrifttekens voor Vrede en Rijk en noemde zich vanaf 1968 eerst Friedenreich en later definitief Friedensreich (rijk van de vrede).
Hundertwasserhaus
Hoewel Hundertwasser zich al vanaf de jaren vijftig manifesteerde als dwarse architectuurcriticus, begon hij pas in de jaren zeventig zelf gebouwen te ontwerpen. Aanvankelijk vooral op papier ontstonden eerste schetsen voor de later beroemd geworden spleetoog-, terras-, spiraal- en grashuizen.
Zijn eerste grote gerealiseerde project is het tussen 1983 en 1985 gebouwde Hundertwasserhaus. Dat is dan ook het beste startpunt voor een tour door Wenen in het spoor van de kunstenaar. Het sociale woningbouwcomplex met vijftig appartementen en dertien dakterrassen aan de Kegelgasse 36-38 is al sinds de oplevering een toeristenmagneet. De gevel met een bont mozaïek van kleuren en vormen wordt bekroond door torentjes met gouden koepeldaken en een uivormige toren, wat het geheel een sprookjesachtig uiterlijk geeft. Huurders mochten van Hundertwasser de ommuring van hun venster naar eigen smaak schilderen, zo ver als hun arm bij het leunen uit het raam zou reiken (het zogeheten Vensterrecht). Vanuit de overdekte balkons en terrassen groeien honderden (klim)planten en bomen naar buiten. Hundertwasser zag een woonomgeving zonder direct contact met bomen, planten en aarde als mensonwaardig en sprak zelfs van een Baumpflicht (boomplicht). De bomen zelf noemde hij Baummieter: bomen die in gebouwen ruimte huren en de huur in natura betalen door zuurstof te produceren, verkoeling te schenken en vogels ruimte te bieden om te nestelen. Hij pleitte dus al voor vergroening van steden in een tijd dat lang niet iedereen in de gaten had hoe belangrijk dit was voor leefbaarheid en klimaatbestendigheid.
Het plein voor het Hundertwasserhaus verloopt golvend – in lijn met de afkeer van de architect voor de rechte lijn. Helaas is het pand zelf vanwege de woonfunctie niet publiek toegankelijk en dus alleen van buiten te bewonderen. Wel kun je via een trap aan de zijkant naar het Terrassencafé en daar de vele details rustig op je laten inwerken.
Hundertwasser-Village
Om de vele bezoekers meer infrastructuur te bieden, kreeg Hundertwasser begin jaren negentig de opdracht om een voormalige bandenfabriek tegenover het Hundertwasserhaus te herontwerpen. Zo ontstond de Hundertwasser-Village, (Kegelgasse 37-39) met op de begane grond een kunst- en souvenirwinkel, op de eerste verdieping een bar en galerie en op het dak een tuin met ruim dertig bomen tot wel vijftien meter hoog. Zijn stijl met grillige lijnen en mozaïektegeltjes is hier zelfs tot op het toilet doorgevoerd
Paviljoen en schip
Van het Hundertwasserhaus is het een paar minuten lopen naar de Donauoever. Op de hoek van de Weißgerberlände/Custozzagasse staat nabij een aanlegsteiger een bont Hundertwasser-paviljoen uit 1994. Hij ontwierp het in opdracht van DDSG Blue Danube, de scheepvaartmaatschappij voor wie hij in 1996 bovendien de rondvaartboot MS Vindobona verfraaide met lila panelen, blauwe zuilen en vergulde kogels. Het schip is in gebruik als rondvaartboot op de Donau in Wenen en omgeving.
KunstHaus
In de voormalige Thonet-meubelfabriek in de Unteren Weißgerberstraße 13 ligt het KunstHaus.museum Hundertwasser. De kunstenaar liet het pand rond 1990 ombouwen tot documentatiecentrum en expositieruimte voor zijn werk. Over twee verdiepingen zie je hier zijn schilderijen, grafieken, architectuurmodellen, ecologische projecten, postzegels en zelfs tapijten. De bijna fluorescerende verf voor zijn kleurrijke schilderijen mengde Hundertwasser meestal zelf, naar eigen recepten. Ook verwerkte hij graag metallic kleuren als goud en zilver voor extra glans. Zoals in veel van zijn gebouwen zijn ook in het KunstHaus de bodems oneffen, ‘dansen’ de vensters en is het dak begroeid. Zuilen en keramische tegels (hier vooral zwart-wit) komen eveneens terug. Het museumcafé met schaduwrijke binnenhof is een rustpunt in de stad.
Wien-Energie Erlebniswelt
De laatste stop op de Hundertwasser-route door Wenen voert per metro naar de Spittelauer Lände, waar Hundertwasser een gemeentelijk afvalverwerkingsbedrijf van een grauwe kolos omtoverde in een kleurrijk kunstwerk. ‘Eigenlijk wilde hij de opdracht niet’, vertelt gids Georg Baresch tijdens een rondleiding. Het gebouw was na een brand in 1987 verwoest en toenmalig burgemeester Helmut Zilk wilde dat het na de wederopbouw een vriendelijke uitstraling zou krijgen. Daarom benaderde hij Hundertwasser, die toen en vogue was en bovendien vlakbij, aan de overkant van de Donau, was opgegroeid. Hundertwassers eerste reactie was: ‘Ik ga jullie Dreckschleuder (vervuiler) niet verfraaien.’
Baresch groeide net als Hundertwasser op in Wenen en weet uit eigen ervaring hoe het was om nabij Spittelau te wonen. ‘Als de rook vanaf de centrale onze kant op waaide, kon mijn moeder de was niet buiten ophangen omdat die dan zwart werd.’
Zilk probeerde Hundertwasser over te halen, vertelde hem dat de centrale inmiddels warmte voor 60.000 huishoudens produceerde en dat het verplaatsen ervan naar de stadsrand (wat Hundertwasser beter leek) alleen maar tot extra transport en dus extra vervuiling zou leiden. Uiteindelijk ging de kunstenaar akkoord, mits aan drie voorwaarden was voldaan. Baresch: ‘Hij eiste dat er rook- en roetfilters werden ingebouwd, dat de gemeente werk zou maken van afvalscheiding – dat toen in Wenen nog in de kinderschoenen stond – én dat niemand zich met zijn plannen zou bemoeien.’
Nadat de gemeente die eisen accepteerde, liet Hundertwasser de 126 meter hoge verbrandingstoren knalblauw schilderen en versieren met een gouden bol en goudkleurige ornamenten. Ook liet hij drie nestplaatsen voor torenvalken inbouwen – waarvan er één daadwerkelijk wordt bewoond. De façades van de overige gebouwen ogen vrolijk dankzij kleurige vensters, zuilen en strepen langs de muren en de tekst Fernwärme Wien in een typische Hundertwasser-letter. Dankzij een met bomen begroeid plat dak is het in de aanpalende kantoorpanden ‘s zomers tot wel tien graden koeler dan buiten. Tijdens een verdere rondgang over het terrein blijkt dat Hundertwasser zich zelfs heeft bemoeid met het wc-gebouwtje voor de chauffeurs van de vuilniswagens en met de parkeervakken: geen ‘goddeloze’ rechte lijnen maar ovale vlakken met afgeronde hoeken.
In het trapportaal van het gebouwencomplex staan uitspraken van de kunstenaar op de muren en hangen er her en der foto’s van hem en de projecten die hij wereldwijd realiseerde. Vanaf een uitzichtplatform zien we op een hoek van de verbrandingscentrale een bovenmaatse pet (5 meter doorsnee) liggen van het model dat Hundertwasser graag droeg. Een cadeautje van de gemeente aan de kunstenaar, vertelt Baresch. ‘Toen de wederopbouw in 1992 na vier jaar bijna was voltooid, stak er op het dak een lelijke ontluchtingskoker uit. Men wist dat Hundertwasser dat niet zou accepteren. Zo ontstond het idee om zijn petje, door hemzelf ontworpen en genaaid, te vergroten en over die koker te plaatsen. Het was ook een teken van dankbaarheid, omdat Hundertwasser geen honorarium had willen ontvangen voor zijn ontwerp. Toen hij het petje bij de opening zag, was dat echt een mooie verrassing.’
Dankzij milieuactivist Hundertwasser is het Wien Energie in Spittelau nu een van de modernste en schoonste afvalverwerkingsbedrijven wereldwijd. Dankzij de kunstenaar Hundertwasser is bovendien een van de top-10 bezienswaardigheden in Wenen. De Erlebniswelt in het energiebedrijf toont op interactieve wijze wat er zoal komt kijken bij het recyclen van afval en het omzetten van afval in duurzame elektriciteit en warmte. Daarnaast zijn er rondleidingen mogelijk achter de coulissen van het energiebedrijf/de vuilverbrandingsinstallatie, waar je ook meer ziet van en leert over Friedensreich Hundertwasser.
Rondleidingen: Spittelauer Lände 45, bereikbaar met metro U4 of U6, halte Spittelau, wienenergie.at
Meer over Hundertwasser: hundertwasser.com
Hundertwasser buiten Wenen
Oostenrijk
Het exterieur van de rooms-katholieke parochiekerk St. Barbara in Bärnbach (Stiermarken) werd in 1987 door Hundertwasser omgetoverd tot een vrolijk geheel. Het strenge gebouw uit 1950 kreeg een gouden toren, ronde hoeken en bonte façades. Hij omringde haar met twaalf poorten (symbool voor de grote wereldreligies en -culturen) en liet het terrein rond de kerk golven, want hij geloofde niet in rechte lijnen. Het interieur werd door Hundertwasser niet gewijzigd.
Wellnessresort Rogner Bad Blumau in Stiermarken is een totaalkunstwerk, ontsproten aan de fantasie van Hundertwasser. Overal koepels en façades in alle kleuren van de regenboog. Wanden, vloeren, pilaren en traptreden bekleed met kleurrijke keramische tegels of versierd met zwarte kronkellijnen. Nergens een rechte lijn: zelfs kamerwanden golven, vloeren glooien en ramen buigen. In het uitgestrekte park van Rogner Bad Blumau staan half ondergrondse gebouwen waarvan je alleen de gevel ziet, in de vorm van een oog. De daken van deze ‘oogspleethuizen’ zijn beplant met gras en bomen. Kortom: een verblijf in dit wellnessresort is ook een soort museumbezoek.
De ‘Österreich-Brunnen’ op het terrein van het Grand Hotel in Zell am See (Salzburgerland) is een van de laatste ontwerpen van Hundertwasser. De fontein langs de oevers van de Zeller See is ontwikkeld als ecologische landschapsinstallatie. Het water dat er doorheen stroomt komt uit het meer. Grassen in de bekkens maken de bron zelfreinigend. De negen zuilen staan voor de negen Oostenrijkse Bundesländer: hoe hoger de zuil, hoe meer inwoners.
Nederland
De Ronald McDonald Kindervallei in Valkenburg aan de Geul (Limburg) is geïnspireerd op het werk van Hundertwasser. Het werd gebouwd tussen 2006 en 2007, dus pas na het overlijden van de architect, in samenwerking met architect Heinz Spingmann – die betrokken was bij zeven projecten van Hundertwasser.
Nieuw-Zeeland
De openbare Hundertwasser-toiletten in Kawakawa (1999), waar de kunstenaar vanaf 1973 tot aan zijn dood in 2000 leefde.
Kijk voor een volledig overzicht van zijn werken op: hundertwasser.com/architektur
Mozart
Nannerl Mozart
Leopold Mozart
Schrijver
Christine Lavant
Schrijfster
Schilder en superster
architect Otto Wagner
Beethoven
Sisi
Joseph Haydn
Egon Schiele
kunstenaar Gustav Klimt
Stille Nacht!
In het spoor van de makers
In het spoor van de makers
Keizer van Mexico
architect Adolf Loos
Josef Madersperger
Uitvinder
Johann Puch
Johann Puch
Gerhard Lampersberg