‘Liever bergen dan strand’
Hoe kwam je in Oostenrijk terecht?
‘Tijdens mijn tweede stage op het College voor Toerisme in Middelburg kwam ik terecht in Heiligenblut aan de Großglockner. Daar werkte ik in het winterseizoen 2001-2002 onder meer als reisleidster voor mensen die gingen skiën en organiseerde ik gipsvluchten. Ik werd, heel klassiek, verliefd op een skileraar. Na die stage verhuisde ik naar Wenen, waar hij al woonde. Een aantal jaren later liep die relatie niet meer goed. Mijn huidige Duitse man heb ik leren kennen op het vliegveld van Wenen, waar ik bij Austrian Airlines als grondstewardess in dienst was. Hij is Duitser, maar woonde ook in Wenen. Toen ik zwanger was van onze zoon Philip, die nu negen jaar is, zijn we op zoek gegaan naar een koophuis buiten Wenen. Uiteindelijk kwamen we terecht in Groß-Enzersdorf, ten oosten van Wenen. We wonen in een appartement op de begane grond met tuin in een kleinschalig complex van drie verdiepingen. Alle tuinwoningen zijn met elkaar verbonden, met in het midden een speeltuintje. Bij goed weer zit iedereen, jong en oud, aan het einde van de middag buiten. Soms neemt iemand taart mee en we helpen elkaar waar nodig. Echt ideaal.’
Wat doe je er?
‘Sinds 2009 werk ik bij het Oostenrijks toerismebureau, inmiddels hoofdzakelijk voor social media. Ik post dagelijks op ons Instagramaccount #visitaustria en ondersteun mijn collega’s in Amsterdam met Facebook-berichten voor de Nederlandse markt en kleine vertalingen. Daardoor houd ik mijn Nederlands nog enigszins op peil, want dat gaat toch achteruit – met name wat zinsopbouw en woordenschat betreft. Dat is ook logisch. Ik was twintig toen ik uit Nederland wegging, dus van woorden die je als kind of teenager niet gebruikt, zoals de onderdelen van een auto, ken ik nu alleen de Duitse benaming. Ik heb zelfs een Duits accent gekregen en vind het enorm grappig om al die Oostenrijkse dialectwoorden te leren.’
Hoe is het je gelukt te integreren?
‘Dat ging heel snel. In mijn relaties sprak ik sowieso alleen nog Duits, net als met mijn collega’s bij Austrian Airlines en daarna als supervisor bij een handling agent op de luchthaven en bij het Oostenrijks verkeersbureau. Ik ben verder heel open en stap makkelijk op mensen af. Dat is voor Oostenrijkers – die meer afwachtend en sceptischer zijn – soms even wennen, maar uiteindelijk vinden ze het juist fijn. Zeker Weners staan erom bekend dat ze nors zijn, maar als je zelf de moeite neemt om te onderzoeken of die persoon echt zo is, blijkt dat vaak reuze mee te vallen. Ik vind het heel belangrijk om niet in je eigen wereldje te blijven hangen. Veel buitenlanders hier hebben alleen internationale vrienden of vrienden uit hun land van herkomst, maar dat werkt niet als je wilt integreren. Toen Philip was geboren, heb ik me bijvoorbeeld bewust niet aangemeld voor een van de internationale babyclubs. Ik ben wel naar een babymeet in de lokale kerk gegaan en later naar een open dag van de kleuterschool.’
Wat bevalt je in Oostenrijk?
‘Ten eerste de diversiteit van het landschap. Naar ons kantoor in Wenen ga ik bij voorkeur met de fiets, goeddeels een prachtige groene route door het nationaal park Donau-Auen: de overstromingsvlakte van de Donau. Tegelijk hoef ik maar een paar uur te rijden om weer in een volstrekt ander landschap te zijn. De heuvels van Stiermarken, de vlaktes van Burgenland en uiteraard de bergen – waar ik zelf erg weg van ben. Ook het klimaat is heerlijk. Veel mensen denken dat het in Oostenrijk vaak regent, maar dat valt erg mee. Alleen in de de bergen kan het soms wat wisselvalliger zijn. De zomers zijn in het algemeen heel zonnig en de herfst is prachtig en mild, zodat mensen hier veel meer buiten leven dan in Nederland. Heel fijn aan Oostenrijk is ook de bewuste keuze voor regionale producten. Van Nederlanders hoor ik vaak dat ze het aanbod van groenten in supermarkten beperkt vinden. Dat klopt, maar ik vind dat juist positief omdat er alleen ligt wat in het seizoen en de regio verkrijgbaar is. De ene keer is dat kool en kool en kool, dan weer pompoenen en paddenstoelen. Dat eet ik dan liever dan asperges uit Peru.’
Wat mis je uit Nederland?
Drop en kroketten kun je inmiddels allemaal bestellen. Behalve mijn familie mis ik soms de duinen en het strand, maar als ik moet kiezen tussen strand en bergen zijn de bergen me liever.’