Gastein
Het gezonde dal
Tekst: Emely Nobis
Het Gasteinertal in het Salzburgerland, met 40 kilometer het langste dal in nationaal park Hohe Tauern, heeft veel te bieden. Een landschap met almen omgeven door bergtoppen die de 3000 meter overstijgen en gletsjers tot ver in het Hohe Tauern massief, tal van wandel- en mountainbikepaden en thermale bronnen. De drie dorpen hebben elk een eigen karakter: het familiaire Dorfgastein bij het begin van het dal, het centraal gelegen moderne kuuroord Bad Hofgastein en achterin het mondaine Bad Gastein met Belle Epoque-architectuur.
In de eeuw die is verstreken sinds het Gasteinertal voor het eerst in een document werd genoemd, veranderde de agrarische streek van weleer in een welvarende mijnbouwregio en later een mondain kuuroord. Nog steeds is die rijke geschiedenis zichtbaar in tal van historische attracties.
1020: Provincia Gastuna
We beginnen onze tijdreis door het dal in 1020, het jaar waarin Gastein voor het eerst wordt genoemd in een document over grondruil. Twee broers uit het Beierse adellijke geslacht Sieghardinger – Sieghard V en Friedrich III – dragen hun bezittingen elders in het Salzburgerland over aan de toenmalige aartsbisschop van Salzburg en krijgen in ruil daarvoor vrijwel alle landbouwgrond in de ‘Provincia Gastuna’. Dat een dal van eigenaar wisselt, is in die tijd niet ongebruikelijk. Het verdrag waarin deze transactie is vastgelegd, maakt ook melding van een zelfstandige parochie in dit grootste zijdal van de rivier Salzach. Er moet toen dus al een redelijk aantal inwoners zijn geweest: nakomelingen van boeren uit het huidige Beieren en Karinthië die zich hier vanaf de 8ste eeuw vestigden.
Bij de ingang van het dal, op de plek van een voormalig tolstation, laten de graven Sieghardinger een burcht bouwen. Deze Burg Klammstein dient als bestuurlijk centrum en rechtbank, ook nadat de Provincia Gastuna in 1287 weer van eigenaar wisselt en verkocht wordt aan de Salzburger aartsbisschop Konrad IV von Fohnsdorf. Vanaf nu maakt Gastein deel uit van het zelfstandige (toen niet bij Oostenrijk horende) Salzburgerland.
In 1524, tijdens boerenopstanden tegen de macht van de bisschoppen, wordt de burcht Klammstein verlaten. Ze komt te vervallen en wordt al in documenten uit 1608 als ‘onbewoonbaar’ omschreven. Adolf Ferner, gepensioneerd hoteleigenaar uit Bad Hofgastein, koopt de ruïne in 1972. Hij restaureert de toren, zet er een nieuw dak op en richt met tal van objecten een enigszins volgestouwd maar bezienswaardig museum in over de geschiedenis van de burcht rond thema’s als jacht en handel. Naast de toren opent hij een burchttaverne. Een rondleiding door de burcht (en/of een bezoek aan die taverne) is nu een van de historische attracties in het dal.
Klammstein 26 in Dorfgastein. Informatie en openingstijden: burg-klammstein.at
1342: Gouden stad
Goud wordt in het Gasteinertal al sinds de Kelten en Romeinen gewonnen, maar pas in de middeleeuwen wordt het een bloeiende industrie die duizenden arbeiders naar de daarvoor dunbevolkte regio brengt. Al in 1342 krijgt het dal een eigen Bergbauordnung: een set reglementen voor de goud- en zilvermijnbouw. Met een aantal omliggende dalen is het dal dan een van ’s werelds grootste centra voor goudmijnbouw. Absoluut hoogtepunt vormt 1557, als er 830 kilo goud en 2.723 kilo zilver worden gewonnen. ‘Het was een onvoorstelbaar grote industrie’, vertelt historicus Horst Wierer uit Bad Hofgastein, indertijd het absolute centrum van de goudmijnbouw. ‘Niet alleen worden er voor het transport wegen en postverbindingen aangelegd. De schatrijke mijneigenaren bouwen ook prachtige kastelen met reusachtige ondergrondse kelders. Hofgastein wordt in die tijd niet voor niets het Goldene Stadtl genoemd.’
Na 150 jaar intensieve mijnbouw komt er een einde aan de bergzegen. Er moet steeds dieper worden gegraven en dat levert zoveel technische problemen op dat het financieel niet meer loont. In 1616 gooit de laatste private mijneigenaar de handdoek in de ring. Latere generaties verkwanselen de opgebouwde rijkdom, de kastelen worden niet meer onderhouden en vervallen tot ruïnes, de infrastructuur stort ineen en Hofgastein verarmt en verloedert. Als componist Franz Schubert in 1825 op kuur gaat naar het toen inmiddels bekende kuuroord Bad Gastein weigert hij tijdens een tussenstop in Hofgastein uit de postkoets te stappen omdat – zo schrijft hij in een brief – hij overal ruïnes en ratten ziet. Wierer: ‘Reizen per postkoets was in die tijd extreem duur en extreem oncomfortabel. Er waren geen geasfalteerde straten en de koetsen zaten propvol. Ze stopten alle 25 minuten zodat de passagiers even uit konden stappen om de benen te strekken. Iedereen leefde toe naar die pauzes, dus Schubert moet echt bang zijn geweest om vrijwillig te blijven zitten.’
Een goede indruk van de manier waarop in de beginjaren van de goudkoorts (nog voor de komst van de grote mijnbouwfirma’s) edelmetaal werd gewonnen, biedt de Knappenwelt in het Angertal. Het prachtig gerenoveerde complex omvat een laatmiddeleeuwse, weer functionerende smeltoven voor goud en zilver (in gebruik tussen 1490 en 1520), een smidse, een opzichters- en een Knappenhaus. Het geheel biedt een inkijkje in het karige alledaagse leven van mijnwerkers in die tijd. Tijdens de wandeling er naartoe kun je bij de zogeheten Goldwaschhütte zelf proberen goud te vinden door rivierzand te wassen in een goudpan.
De Knappenwelt ligt aan het einde van het Angertal, een zijdal van het Gasteinertal. Uitgangspunt voor de wandeling ernaar toe is het Skicentrum Angertal (gratis parkeren bij de lift). De schaduwrijke route langs een beek (2,6 kilometer, ongeveer 1,5 uur) verloopt relatief vlak. gasteinertal.com/knappenwelt-wanderung
Informatie en aanmeldingen rondleidingen Knappenwelt of goudwassen: Knappenwelt Angertal
Meer over de geschiedenis van goudwinning in de Hohe Tauern: via-aurea.com
1741: Mijnwerkersdorp
Na het vertrek van de private eigenaars komen de mijnen in het Gasteinertal in het bezit van de vorstbisschoppen van Salzburg. Historicus Wierer: ‘Die hadden het goud dringend nodig voor de bouw van hun kerken en burchten. Bovendien durfden ze de mijnen niet te sluiten uit angst voor opstanden als de kompels werkloos zouden worden. Het lukte ze om de productie weer op te voeren en halverwege de 18e eeuw werd er zelfs weer winst gemaakt.’
Een historisch monument uit deze periode is Altböckstein: een in 1741 in opdracht van de Salzburger aartsbisschoppen gebouwd mijnbouwdorpje. De voormalige Salzstadl (zoutschuur) en Samerstadl (stal voor lastdieren en voedselvoorraden) van dit onder monumentenzorg staand ensemble herbergen sinds 1981 het Montanmuseum Altböckstein. Aan de hand van tal van objecten en documenten wordt hier de geschiedenis van de goudmijnbouw in het dal verteld. Michael Hemm, die er de dagelijkse leiding heeft, wijst ons op de directiewoning (nu de pastorie naast de kerk) waar de directeur vanaf het balkon de werkzaamheden kon gadeslaan. Verderop staat het badhuis waar de Knappen zich in grote houten badkuipen moesten wassen voordat ze naar het Gasthaus mochten om hun wekelijkse rantsoen van één liter wijn te nuttigen. In de Samerstall schakelt Hemm getrouwe replica’s in van een Pochwerk (een stampmolen voor de extractie van metaalerts) en een flotatie-unit (om erts en water te scheiden). Het geeft een goed beeld van de bedrijvigheid die hier moet hebben geheerst. In een ander pand, de modellenkamer, staan prachtig gedetailleerde schaalmodellen (met bewegende onderdelen) van onder meer de werkplaatsen in de mijngangen en het eenvoudige Knappenhaus op de berg waar de mijnwerkers gedurende de werkweek overnachten. Als ze in het weekend naar het dal kwamen, verbleef slechts een enkeling in de paar mijnwerkershuisjes in Altböckstein. De meesten woonden op een van de omliggende boerderijen, waar ze met hand- en spandiensten kost en inwoning verdienden en uiteindelijk vaak met een boerendochter- of maagd trouwden.
Nog steeds vindt elk jaar op de eerste zondag in september in Altböckstein het driedaagse Knappenfest plaats, met als hoogtepunt de historische Schwerttanz. Tien als mijnwerkers geklede mannen kruisen hun zwaarden en tillen zo hun met een vlag zwaaiende voorman op. De traditie dateert al uit op de 15e eeuw, toen mijnwerkers zwaarden mochten dragen om zich tijdens de tocht naar de mijngangen in de bergen te verdedigen tegen wolven en beren. Met de dans, tegenwoordig uitgevoerd door de Schwerttanzgruppe Böckstein, brachten ze hun trots tot uitdrukking.
Museum: Karl Imhof-Ring 12 in Bad Gastein. Informatie en openingstijden (mei-oktober): montanmuseumboeckstein.at
Knappenfest met Schwerttanz: schwerttanz.at
1816: Kuuroord
Terwijl in Hofgastein aan het begin van de 19e eeuw extreme armoede heerst, begint in Bad Gastein juist een periode van bloei en voorspoed dankzij de opkomst van het kuurwezen. De geneeskrachtige werking van het thermale water in het Gasteinertal is al duizend jaar geleden (en waarschijnlijk nog veel eerder) ontdekt. Als economische factor is het kuren echter eeuwenlang ondergeschikt aan de mijnbouw. Dat verandert nadat het Salzburgerland in 1816 bij het Oostenrijkse rijk komt. De componist Franz Schubert, de schrijver Franz Grillparzer en zelfs keizer Franz I van Oostenrijk kuren in Bad Gastein en in hun kielzog volgen koningen en keizers uit heel Europa. De Oostenrijkse keizer Franz Joseph I en de Duitse keizer Wilhelm I treffen elkaar hier zelfs meerdere malen. De inwoners van het dal beginnen kamers te verhuren en bouwen hun boerderijen om tot hotels. Later volgen vermogende investeerders van buitenaf hun voorbeeld.
Het huidige Bad Gastein met z’n imposante huizen in Belle Epoque-stijl is vrijwel volledig ontstaan tussen 1860 en 1914. In die tijd is het plaatsje een bloeiend kuuroord waar rijke gasten astronomische bedragen betalen voor een verblijf in grandhotels als het Badeschloß, Straubinger, de Gasteinerhof of het Grand Hotel de l´Europe. Toch zou het toerisme volgens historicus Horst Wierer nooit zo’n vlucht hebben genomen zonder de aanleg van de Tauernspoorlijn, die van Schwarzach-St. Veith (Salzburgerland) dwars door het Gasteinertal naar Spital an der Drau (Karinthië) loopt.
Als koning Leopold II van België in 1901 als eerste kuurgast ooit met de auto in plaats van de postkoets arriveert, moet die vanaf de Salzach alsnog door paarden worden voortgetrokken. Nadat in 1905 het eerste deel van de spoorlijn officieel is geopend, kan de route per trein heel wat comfortabeler worden afgelegd. Ook voor Hofgastein blijkt het nieuwe transportmiddel een zegen. Al in 1828 heeft het plaatsje van de keizer het eeuwigdurende recht op thermaal water uit Bad Gastein gekregen en via een 7.250 meter lange houten leiding wordt dat heilzame water inderdaad aangevoerd. De omvang van het kuurtoerisme in Hofgastein blijft door de slechte infrastructuur echter bescheiden. Nu de trein ook hier stopt, grijpt apotheker en burgemeester Wilhelm Wiatschka de kans aan om zijn voormalige ‘Goldene Stadtl’ uit de armoede te bevrijden. Hij laat riolering, drinkwaterleidingen en een elektriciteitscentrale aanleggen en vervangt de houten waterleiding vanaf Bad Gastein door een betonnen leiding met een binnenbekleding van isolerend en smaakneutraal email. In 1914 begint bovendien de bouw van een toen uiterst modern kuurhuis annex cultureel centrum. In de afgelopen jaren is dit kuurhuis uitgegroeid tot de moderne spa in het kuurpark. Alle grote hotels in Bad Hofgastein hebben bovendien een ondergrondse verbinding met deze Alpentherme, zodat kuurgasten zelfs in de winter in badjas heen en weer kunnen lopen.
Alpentherme: Senator-Wilhelm-Wifling-Platz 1 in Bad Hofgastein, alpentherme.com
Het Grand Hotel de l ‘Europe in Bad Gastein herbergt tegenwoordig het Gasteiner Museum. De vaste expositie hier gaat uitgebreid in op de geschiedenis van Bad Gastein én Hofgastein als kuuroorden. Kaiser Franz Josef-Straße 14 in Bad Gastein, gasteinermuseum.com
1920: Griezelige grot
In 1920 werd aan het begin van het Gasteinertal een bijzonder natuurmonument herontdekt: de Entrische Kirche (entrisch=griezelig), een miljoenen jaren oude grot met grillige rotsformaties, druipstenen, een ondergrondse beek en gigantische hallen. De grot wordt al in 1428 voor het eerst in een document genoemd. Vast staat dat Lutheranen hier in de 16e eeuw en tussen 1700 en 1731 (ten tijde van de contrareformatie) geheime bijeenkomsten (pöse Praktiecken) en kerkdiensten hielden. Het gangenstelsel van de grot is 2500 meter lang en er heerst een constante temperatuur van 6 graden Celsius.
Na de herontdekking van de ingang in 1920 werden de eerste vijftig meter verkend. De huidige pachter
ging vanaf 1968 verder op onderzoek uit en begon de grot tegelijk voor toeristen toegankelijk te maken: een levenswerk dat nog steeds voortduurt. Tijdens een rondleiding hier (mei-september) hoor je de ondergrondse beek ruisen, kom je door gigantische hallen (ook winterverblijf van tal van vleermuissoorten), zie je stalagmieten en stalactieten en rotsen gevormd als de bek van een nijlpaard, een omgehakte boom-stam of de ogen van een uil. In de Trümmerhalle (hal met puin) waar de protestanten hun bijeenkomsten hielden, heeft de inmiddels hoogbejaarde maar tanige Moser ter herinnering religieuze symbolen opgesteld: een kruis, een altaar, maar ook een katholiek Mariabeeld en een beeld van de Hindoestaanse god Shiva.
Vanaf de parkeerplaats langs de B167 in Klammstein voert een smal maar goed aangelegd bospad (1,3 kilometer, 240 hoogtemeters) in ongeveer een uur tijd tamelijk steil omhoog naar de ingang op 1040 meter hoogte. Het gebruik van deze eveneens door Erlmoser aangelegde privéweg is bij de entree inbegrepen. Een rondleiding (geschikt voor kinderen vanaf 3 jaar) duurt ongeveer 50 minuten. Vergeet niet warme kleding mee te nemen en draag vanwege het slipgevaar schoenen met een goed profiel. Zowel in de grot als op de toegangsweg geldt een hondenverbod.
Klammstein 30 in Dorfgastein, dorfgastein.net/naturhohle-entrische-kirche
1952: Gasteiner Heilstollen
In 1865 wordt de laatste mijn in het Gasteinertal door de overheid gesloten. Als Hitler na de Anschluss deviezen nodig heeft voor zijn oorlogskas, besluit hij de goudmijnbouw hier echter weer op te pakken. Na de nodige voorbereidingstijd wordt in 1943 een eerste mijngang gegraven in de Rathausberg op 1280 meter hoogte. Dat levert niet meteen de gehoopte massa’s gouderts op, maar de Russische en Poolse krijgsgevangen die er aan het werk zijn, merkten dat ze minder last hebben van reumatische klachten.
Het geheim achter dit wonderlijke verschijnsel ontdekken wetenschappers na de oorlog, als de mijngang weer in publieke hand komt. Verantwoordelijk blijkt een combinatie van een hoog natuurlijk radongehalte, warmte en luchtvochtigheid. In 1952 wordt de mijngang als therapeutisch centrum Gasteiner Stollen in gebruik genomen. Ze zijn nu onderdeel van ’s werelds grootste therapiecentrum voor onder meer de ziekte van Bechterew, maar desgewenst kan iedereen met een treintje de mijngang in om er een heilzame ‘snuffeltherapie’ te volgen.
Heilstollenstraße 19 in Bad Gastein, gasteiner-heilstollen.com
2020: Gezond dal
Volgens historicus Horst Wierer zit nog zeker voor een miljard euro goud in de Gasteiner bergen. ‘Landen als de Verenigde Sta-ten zouden daar graag naar op zoek gaan, ware het niet dat de arbeidskosten hier in West-Europa niet op te brengen zijn. Gelukkig maar, want de ecologische schade van commerciële goudwinning is gigantisch. Het zou het einde betekenen van de mooie natuur hier.’
Terwijl het Gasteinertal anno 2020 juist staat voor beweging in die natuur. De traditionele kuurhotels trekken altijd nog veel gasten, maar daarnaast zijn wandelen, wintersport of yoga in de buitenlucht nu minstens zo belangrijke aanjagers van het toerisme in dit ‘gezonde dal’. Zo worden twee keer per jaar, in mei en oktober, gedurende tien dagen een breed palet aan yoga- en ontspanningsactiviteiten aangeboden: voor inwoners en gasten, beginners en gevorderden. De activiteiten vinden plaats in hotels, in de vrije natuur en in openbare gebouwen in alle drie de gemeentes in het ‘gezonde dal’. gastein.com/nl/wellness/yoga
Lees hier meer over het Gasteinerdal als wintersportregio.
Overige Tips & Adressen
Algemeen
Het Gasteinertal in het Salzburgerland is per auto bereikbaar door vanaf Salzburg de Tauernautobahn in zuidelijke richting te volgen en vanaf afrit Gasteinertal de rijksweg 167. De plaatsen Dorfgastein, Bad Hofgastein en Bad Gastein hebben elk een treinstation. Het dichtstbijzijnde vliegveld is Salzburg. Algemene informatie over accommodaties, gastronomie, wandel- en fietsmogelijkheden, attracties, evenementen en de Gastein Card (voor korting op openbaar vervoer, liften en toegangsprijzen): gastein.com
Informatie over de wintersportmogelijkheden in het Gasteinertal: skigastein.com
Informatie over (jaarlijks terugkerende) evenementen als de muziekfestivals Schubert in Gastein, Classic:Summer in Bad Hofgastein, de Kultursommer Bad Gastein en het beeldende kunstenfestival Sommer.Frische.Kunst op de evenementenpagina: gastein.com/events
Overnachten
Impuls Hotel Tirol
Wie de sfeer van kuren in het dal wil ervaren, kan bijvoorbeeld terecht in dit centraal gelegen hotel in Bad Hofgastein. Je kunt er onder meer reuma-therapieën volgen, maar er zijn ook moderne wellnessvoorzieningen, yogaweken en retraites voor wie alleen maar wil ontspannen. De kleurrijke acrylschilderijen aan de wanden in de kamers en gangen zijn gemaakt door eigenaar/kunstenaar Christoph Wiermayer zelf. Grünlandstraße 5 in Bad Hofgastein, hotel-tirol.at
Haus Hirt
Ooit logeerden auteurs als Thomas Mann, Stefan Zweig en Somerset Maugham in dit elegante hotel in jarendertigstijl op een rustig bergplateau buiten Bad Gastein. Nu is het een ideale plek voor gezinnen. Kindvriendelijk met onder meer babysitservice, kinderprogramma en kinderkorting. Kaiserhofstrasse 14 in Bad Gastein, haus-hirt.com
Rader
Hotel van Margret en Martin van der Pluijm aan een romantisch dorpsplein tussen de bergen in de wijk Böckstein (in de buurt van het Montanmuseum Altböckstein). Het pand uit 1780 is met veel liefde voor historische details gerenoveerd. Karl Imhof Ring 22 in Bad Gastein, hotel-rader.com
Eten & Drinken
Weismoser Schlössl
Dit kasteel buiten Bad Hofgastein was vroeger het buitenverblijf van de familie Weismoser: mijneigenaren die in de bloeitijd van de goudmijnbouw aanzien en rijkdom verwierven. Het achterste deel van het kasteel dateert uit 1400. Het voorste deel met ronde torens uit 1650. In de historische ambiance van de Knappenstube of op het panoramaterras eet je uitstekend regionaal, deels met producten van het eigen biologische boerenbedrijf. Ook de wijnkaart is een aanrader. Reserveren noodzakelijk. Schlossgasse 14 in Bad Hofgastein, weismoser.at
Kraftwerk
Café-restaurant op 985 meter hoogte aan de voet van de beroemde waterval in het centrum van Bad Gastein. Gevestigd in een voormalige elektriciteitscentrale uit 1914. De vrolijk gekleurde meubels staan tussen de originele turbines van de in 1996 gesloten centrale, die nu onder monumentenzorg staat. Wasserfallstraße 7, kraftwerk-badgastein.com
Himmelwandhütte
Deze authentieke berghut op 1079 meter hoogte in het Kötschachtal (een zijdal van het Gasteinertal) is een geliefd wandeldoel. Vanaf hoteldorp Grüner Baum (zie Zien & Doen) loop je er in ongeveer 20 minuten naartoe en komt dan onder meer langs de Himmelwand (een reusachtig brok graniet) en de Malerwinkel (zo genoemd vanwege het schilderachtige – en inderdaad vaak geschilderde – uitzicht. Grote keuze aan Strudels en vlees van de eigen boerderij of jacht. Kötschachtal 50 in Bad Gastein, gastein.com
Zien & Doen
Wandelen
Door het Gasteinertal lopen veel wandel- en fietsroutes, zoals etappes 9, 11, 12 en 13 van de Salzburger Almenweg
en etappe 2 en 3 van de Alpe Adria Radweg. Interessant en uitdagend is de wandeling met gids over de Alpen via oude Romeinse handelsweg in de Mallnitzer Tauern (begin- en eindpunt treinstation Bad Gastein, 850 meter stijgen, 750 meter dalen). Aanmelden via het toerismebureau: Kaiser Franz Josef-straße 27 in Bad Gastein.
Grüner Baum
Ooit was dit hoteldorp een van de nobelste adressen in Bad Gastein, waar prominenten als Niki Lauda, Luis Trenker, Liza Minelli, de sjah van Perzië hun vakanties doorbrachten. Zelfs nu de Grüner Baum helaas is gesloten, blijft het vanwege de Alpine architectuur bezienswaardig. De basis vormde een in 1831 door aartshertog Johann gebouwde jacht-hut. Grond en hut werden in 1913 gekocht en tot luxehotel omgebouwd door het echtpaar Lindinger, die fortuin hadden gemaakt door gasten per postkoets naar het Gasteinertal te vervoeren. Kötschachtal 25, bereikbaar met bus 555 vanuit Bad Hofgastein en Bad Gastein
Flying Waters
Hangend aan een stalen koord zweven over de waterval van Bad Gastein met deze 300 meter lange attractie voor adrenalinejunkies. Op het hoogste punt vlieg je 68 meter boven de rivier Gasteiner Ache. De snelheid is maximaal 35 kilometer per uur. Startpunt: Villa Solitude, Kaiser-Franz-Josef-Straße 16 in Bad Gastein, flyingwaters.at
6 iconische huisbergen in Oostenrijk
Hoogspanning ontmoet diepe ontspanning
Familiedestinatie
het gelukkige meer
vierseizoenenattractie
Mieminger Sonnenplateau
Alpien genot
Langeafstands-
wandeling
Slow Villgratental
Alpenhutten:
Basis van het bergtoerisme
Basis van het bergtoerisme
Gastein: Het gezonde dal
Wasserlochklamm
Langs industrieel erfgoed
Oorspronkelijk Lungau
Onthaasten in
het Großes Walsertal
Winterwandeldorp
Ausseerland
Bergen en meren
Kals am Großglockner
Kaisertal
Wandelwalhalla
Wandelen in het Biedermeierdal
Silberregion Karwendel
Wandelen over almen
Ongerept Virgental
Prachtige houtarchitectuur
Historische Kaiserschützenweg
Ötschergräben
Oostenrijks Grand Canyon
Großer Ahornboden
Gesäuse
Puur natuur
KAT-Walk
Welterbesteig Wachau
Pressegger See
Faaker See
Natuurpark Zirbitzkogel-Grebenzen