Componist Gerhard Lampersberg
Tekst: Emely Nobis
.
‘Tonhofkinder’ werden ze genoemd, de kunstenaars die vanaf 1954 kind aan huis waren bij componist Gerhard Lampersberg en zijn echtgenote en zangeres Maja. Bij hun huwelijk in 1954 had het echtpaar de Tonhof cadeau gekregen, een boerderij met een grote lap grond in Maria Saal. Het bezit kwam uit haar familie, het adellijke geslacht Weiss-Osborn. ’s Winters woonde het stel in Wenen, hun zomers brachten ze door op het platteland. Vanaf het begin nodigden ze jonge, armlastige schrijvers, musici en beeldend kunstenaars uit om in de Tonhof te wonen en te werken. ‘Als je langs het huis liep, hoorde je altijd pianospel, zingen en veel geschreeuw’, herinnert zich historicus Heiner Hammerschlag, geboren en getogen in Maria Saal. ‘Sommige gasten vond ik maar vreemd. Zo was de schrijfster Christine Lavant voor mij een oude heks.’
Thomas Bernhard
Een van de protegés van het echtpaar was de later beroemde (toneel)schrijver Thomas Bernhard. Tussen 1957 en 1959 woonde hij bijna permanent in de Tonhof. Er ontstond een hechte vriendschap en in 1958 schreef Bernard de tekst bij de door Lampersberg gecomponeerde opera Die Rosen der Einöde. Toch kwam het al in 1961 tot een heftige breuk. Waarom? Hammerschlag: ‘Omdat Bernard een “Riesen-Arschloch” en een profiteur was. De Lampersberger hechten weinig waarde aan hun bezit, misschien omdat hun enige kind Christian bij de geboorte in 1955 was overleden. Om hun gastvrijheid te kunnen bekostigen, verkochten ze af en toe een lap grond. Bernhard wond zich daar vreselijk over op: het landschap rondom de Tonhof werd in zijn ogen verpest door de huizen die op die verkochte grond werden gebouwd. Misschien had hij gelijk, maar het was hun grond. Toen hij één keer niet kon blijven slapen omdat er door de vele gasten simpelweg geen plek was, was hij zo beledigd dat hij nooit meer terugkwam.’
In 1984 nam Bernard publiekelijk wraak. Het oersaaie echtpaar Auersberger uit zijn roman Holzfällen is duidelijk geënt op de Lampersbergers. Hammerschlag: ‘Helaas heeft Gerhard geprobeerd publicatie te verbieden. Dat bezorgde hem een slechte reputatie en maakte van Holzfällen een bestseller.’
Hemelsblauwe doodskist
Tot aan het overlijden van Gerhard en Maja Lampersberg (in 2004) bleven kunstenaars op de Tonhof welkom. Gerhard, ondanks zijn huwelijk openlijk homoseksueel, was een onorthodox figuur. Hammerschlag: ‘Hij had geen rijbewijs en ging vaak liften. Als een auto stopte, vroeg hij steevast aan de bestuurder: ‘Sind Sie ein Mörder?’ Hij liet zich ook een keer in een hemelsblauwe doodskist door het dorp dragen, onderweg de boeren zegenend. Omdat veel boeren hun land van het echtpaar pachten, kwam het niet tot protest.’
Gaandeweg had de componist zijn alcoholverslaving steeds minder onder controle en begon Maja de drank te verstoppen. Hammerschlag: ‘Dan kwam Gerhard naar mij toe om zich te bezatten. Ik was met allebei bevriend en Maja wist dat ik hem daarna veilig naar huis en naar bed zou brengen. Daarom vond ze het goed. Dan wist ze in elk geval dat hij met z’n dronken kop geen ongeluk zou krijgen .’
Op een avond, vertelt Hammerschlag, kwam Lampersberg met twee grote plastic tassen vol boeken aanzetten. ‘Daar bleek het verzamelde werk van Thomas Bernard in te zitten. Hij wilde die boeken niet meer in huis hebben.’
Na het overlijden van het echtpaar Lampersberg werd de Tonhof verwaarloosd. In 2012 besloot de gemeente Maria Saal het pand van de erfgenamen te huren en beetje bij beetje te restaureren. De inrichting (zoals de kamer waarin Lampersberg componeerde) is nog vrijwel authentiek. De Tonhof is nu in gebruik als cultureel centrum. Er vinden geregeld concerten en theatervoorstellingen plaats.
Schnerichweg 4 in Maria Saal, tonhofmariasaal.com
Mozart
Nannerl Mozart
Leopold Mozart
Schrijver
Christine Lavant
Schrijfster
Schilder en superster
architect Otto Wagner
Beethoven
Sisi
Joseph Haydn
Egon Schiele
kunstenaar Gustav Klimt
Stille Nacht!
In het spoor van de makers
In het spoor van de makers
Keizer van Mexico
architect Adolf Loos
Josef Madersperger
Uitvinder
Johann Puch
Johann Puch
Gerhard Lampersberg