Alternatieve Elfstedentocht Weißensee
Nederlands schaatsfeest
Tekst: Emely Nobis / Beeld: Frits Roest
‘It giet oan’, staat er op een groot bord bij de Spar in Techendorf aan de Weißensee. Terwijl Friesland sinds de laatste Elfstedentocht in 1997 elk jaar opnieuw tussen hoop en vrees leeft, vindt hier sinds 1988 jaarlijks ononderbroken de Alternatieve Elfstedentocht Weißensee plaats. De Weißensee vriest van medio december tot eind februari/begin maart gegarandeerd dicht; dat in 2007 en 2014 desondanks een onderdeel (de laatste profwedstrijd) moest worden afgelast, had te maken met de grote hoeveelheid verse sneeuw die in de nacht ervoor was gevallen.
It giet dus oan in Techendorf, elk jaar in januari. Dan worden er tijdens de Alternatieve Elfstedentocht Weißensee (AEW) in twee weken tijd twaalf amateur- en profwedstrijden met afstanden van 50, 100 en 200 kilometer geschaatst. De regio rondom het meer is dan met zesduizend gasten (naast circa vierduizend sporters ook veel supporters) vast in Nederlandse hand. De kentekenplaten zijn overwegend geel, op straat hoor je meer Nederlands dan Duits en aan de balkons van hotels en pensions bungelen Nederlandse vlaggen en spandoeken.
Blarenbal
Wij proeven de sfeer tijdens de AEW 2019. Het is perfect schaatsweer: een paar graden vorst, zonnig en vrijwel windstil. De afgelopen dagen heeft het een paar keer gesneeuwd, zodat daken, wandelpaden en bergen nu zijn bedekt met een mooie laag wit poeder. Ons hotel kijkt uit op de Weißensee met z’n spiegelgladde, goed geprepareerde ijsbaan en de grote witte feesttent aan de overkant van het meer. Die tent is het gezellige hart van de AEW. Hier kan iedereen weer op temperatuur komen, iets eten of naar de wc gaan. ’s Avonds zijn er de informatiebijeenkomsten, de bingoavonden en het traditionele Blarenbal. Dan wordt er tot in de kleine uurtjes gedanst. ‘Inspanning overdag en ontspanning ’s avonds… dat hoort erbij’, aldus AEW-voorzitter Toine Doreleijers.
Het kost enige moeite om Doreleijers op een stoel vast te pinnen. Hij loopt voortdurend heen en weer tussen de teams van vrijwilligers die het Nederlandse schaatsfeest in Oostenrijk mogelijk maken. Waar nodig levert hij hand- en spandiensten. Hij is sinds 2008 voorzitter, maar was daarvoor al sinds 1997 bij de AEW betrokken. De vele vaste deelnemers kennen hem allemaal, zodat hij ook tijdens zijn lunchpauze in de tent wordt aangeklampt door iedereen die iets te vertellen of te vragen heeft. Hij laat het allemaal goedmoedig over zich heen komen. We willen weten waar zijn passie – en die van de deelnemers – vandaan komt. ‘Als je dit voor het eerst meemaakt, raak je besmet met het Weißensee-virus. Je wordt verliefd op de mooie omgeving en op de gezelligheid. Het is gewoon een fijn ritueel om elkaar een keer per jaar op het ijs en in de tent tegen te komen. Dan zijn we als het ware één grote familie.’
De kriebels krijgen
Dat geldt niet alleen voor de schaatsers. Ook veel van de circa honderdveertig vrijwilligers (zeventig per week) zijn er keer op keer bij. Die vrijwilligers, allemaal uit Nederland, zorgen onder meer voor alle logistiek (zoals opbouwen van start en finish), registratie van de deelnemers, bemensen van verzorgingsposten, techniek, ICT, entertainment en publiciteit. Er wordt zelfs een professioneel medisch team ingevlogen. Opvallend genoeg blijken die vrijwilligers zelf meestal geen schaatsers. Doreleijers: ‘Als je heel eager bent om te schaatsen, dan wil je hier op de schaatsbaan staan. Als vrijwilliger kom je niet aan schaatsen toe, want je bent er om de schaatsers te ondersteunen. Niettemin voel je je heel sterk onderdeel van het gebeuren: we zetten met elkaar immers wel iets heel moois neer. Dat werkt verbindend.’
Wel gebeurt het telkens weer dat vrijwilligers na een aantal jaren alsnog de kriebels krijgen en toch zelf een keer de lange ijzers willen onderbinden. ‘Zo verging het mij ook. Toen ik voor het eerst bij de AEW betrokken raakte, kon ik niet eens schaatsen. Dat heb ik later wel geleerd en in 2013 – bij het 25-jarig jubileum – heb ik de 200 kilometer gereden. Nu wil ik dat niet meer. Ik wil de schaatsers aanmoedigen en de vrijwilligers steunen. Dan voelt het gewoon niet goed om zelf lekker te schaatsen. Dat doe ik wel op een ander moment.’
Perfect zwart ijs
Dat de Elfstedentocht ruim dertig jaar geleden in Weißensee neerstreek, is vooral te danken aan de in 2007 overleden Aart Koopmans, indertijd voorzitter van de schaatsstichting Wintermarathon. Toen de gemiddelde Nederlandse winters te warm werden voor de Friese Elfstedentocht, ging hij op zoek naar alternatieve locaties. Na tochten in onder meer Polen, Finland, Noorwegen, Canada, de Verenigde Staten en Japan werd hij op het ijs van de Weißensee geattendeerd door de James Bond-film The Living Daylights (1987), die deels op en rondom het bevroren meer is opgenomen. De afstand tot Nederland in combinatie met de ijsvastheid van de ‘kleine’ Weissenssee (het deel van het meer dat slechts 5 tot 7 meter diep is) bleken een gouden combinatie. Op de eerste Alternatieve Elfstedentocht Weißensee kwamen al duizend deelnemers af, twee keer zo veel als verwacht. Inmiddels is dat aantal meer dan verviervoudigd en moeten er zelfs vier toertochten worden georganiseerd, met elk maximaal 1500 deelnemers.
Op de avond voorafgaand aan zo’n toertocht nemen we in de tent plaats aan een van de lange tafels. Het is tijd voor de ‘rijdersbijeenkomst’, waarin de deelnemers worden voorbereid op wat hen de volgende dag te wachten staat. Toine Doreleijers springt het podium op en vertelt enthousiast dat er een week geleden nog nergens sneeuw lag, maar dat het decor nu perfect wit is. Het ijs is bovendien perfect zwart (‘zwart ijs is goed ijs’) en maar liefst 20 centimeter dik. Zijn enthousiasme verzacht meteen de wat minder aangename boodschap: bij de start om 7 uur morgenochtend is het met -16°C bitterkoud. Hij adviseert de deelnemers goed sluitende veiligheidsbrillen op te zetten en die zelfs bij de verzorgingsposten niet af te doen om bevriezing van de ogen te voorkomen. Na nog meer instructies (onder meer over de shuttleservice naar de start en de taxiservice naar het Blarenbal) is het tijd om de jongste (10 jaar) en oudste (81 jaar) deelnemers in het zonnetje te zetten. Ook roemt hij de Oscar Romeroschool uit Hoorn, die hier al jaren met een delegatie is vertegenwoordigd. Ook dit keer zullen maar liefst zestig leerlingen de kou trotseren. We zien ze de volgende dag in groepjes over het ijs zwieren, herkenbaar aan hun zwarte sportbroeken en rode ski-jassen met logo.
Beetje luidruchtig
Na Doreleijers betreedt Gerhard Koch, burgemeester van Weißensee, het podium. Het is tijd voor de Gästeehrung: een ritueel waarbij stamgasten in de regio na vijf jaar of een veelvoud daarvan een oorkonde en een cadeautje krijgen. Koch spreekt de gelukkigen toe in het Nederlands, want die taal beheerst hij inmiddels redelijk. Voor Weißensee is de samenwerking met de AEW economisch belangrijk, want in twee weken tijd zijn de Nederlanders goed voor 30.000 overnachtingen. Koch ziet het echter vooral als een ontmoeting tussen vrienden. ‘Onze familie heeft zelf ook een hotel en 90 procent van de AEW-gasten komt elk jaar weer terug. Dat voelt als vriendschap.’
De Nederlands-Oostenrijkse samenwerking werkt gesmeerd dankzij goede afspraken. Zo zorgt de AEW voor de hele logistiek, maar regelt de regio alle benodigde vergunningen en pachtcontracten en levert ze het team dat het ijs prepareert. De catering in de tent is ook in Oostenrijkse handen, zodat de lokale gastronomie meeprofiteert. Alleen voor het typisch Nederlandse koek en zopie-tentje langs de ijsbaan wordt een uitzondering gemaakt. De wederzijdse band is zo goed, dat de looptijd van het contract inmiddels met maar liefst honderd jaar is verlengd. ‘Al is het de vraag of de Weißensee dan nog dichtvriest, gezien de klimaatverandering.’
We willen van Koch weten of Nederlandse gasten anders dan anderen zijn. Het antwoord is tactvol: ‘Het is een lief en aardig volk en we zijn blij als ze komen, maar ze zijn wel een beetje luidruchtiger dan andere gasten. Tijdens de AEW komen er nauwelijks gasten uit andere landen – tenzij ze zelf schaatsgek zijn. Sterker nog: Bij het boeken vragen mensen soms bezorgd of het toch niet “de weken van de Hollanders” zijn. Dan blijven ze liever weg.’
Ook voor de komst van de AEW was schaatsen al een belangrijke wintersport op de Weißensee. Toch is er iets veranderd. Koch: ‘Zonder de Nederlanders zouden we altijd nog rondjes draaien op onze ijshockeyschaatsen. Niemand schaatste hier op Noren. Dat hebben we van jullie geleerd en nu houden we ervan.’
Andersom kunnen de Nederlanders iets van de Oostenrijkers leren. ‘Omdat jullie altijd tegen de klok in schaatsen, zijn jullie alleen goed in linkerbochten. Onze baan heeft zowel linker- als rechterbochten en wij beheersen ze allebei. Wij vinden het best leuk om langs de route bij een rechterbocht te gaan staan en jullie te zien ploeteren.’
Door het ijs gezakt
Als wij de volgende ochtend om 6 uur dik ingepakt naar de start lopen, is ‘Eismeister’ Norbert Jank met zijn team al een tijdlang in de weer, want het heeft die nacht licht gesneeuwd. De inmiddels zeventigplusser is al sinds het begin van de AEW verantwoordelijk voor het prepareren en sneeuwvrij houden van het ijs en het uitzetten van routes. Tijdens de twee drukste weken van het jaar is hij soms wel dertien uur per dag op het ijs te vinden. In zijn team van vier zit inmiddels ook zoon Bernhard, die het vak van zijn vader heeft geleerd en hem zal opvolgen.
Zelf is de zongebruinde Jank ijsmeester-autodidact. Zijn wagenpark van sneeuwschuivers en borstelwagens bestaat goeddeels uit afgedankte machines van bedrijven uit de omgeving, die hij aan zijn eigen wensen heeft aangepast. Dat hij al een paar keer met een sneeuwschuiver door het ijs is gezakt (maar gelukkig via de achterkant eruit kon kruipen), hoort er gewoon bij. ‘Je weet nooit precies wat de natuur met het ijs doet.’
Terwijl Jank weer in zijn borstelwagen kruipt, roept hij ons toe dat hij zo graag een keer de koningin zou willen ontmoeten. Dat zou pas een prachtige afsluiting van zijn carrière als ijsmeester voor de ‘Hollanders’ zijn…
Kippenvelmoment
Het is nog donker als de schaatsers – velen met een lamp op de helm – zich opstellen voor de start. Ook al gebeurt er verder nog weinig, speaker en spraakwaterval Jannes Mulder zet met z’n enthousiaste commentaar meteen een super sfeer neer. Om exact 7 uur geeft voormalig topschaatser Margot Boer het startschot. De trein van lichtjes komt op gang en op het ijs klinkt het geknars van schaatsen. Zodra de eerste deelnemers de startlijn passeren, beginnen de toeschouwers te juichen. Een kippenvelmoment.
Dit jaar is elke ronde (via een parcours vol bochten) 12,5 kilometer. Deelnemers dragen een transponder voor de tijdregistratie en bij de start- en finishlijn kunnen ze na elke doorkomst het aantal afgelegde rondes aflezen. De sfeer is de hele dag opgetogen én gemoedelijk. Het gros van de schaatsers heeft geen echte haast en neemt tussendoor alle tijd om bij de verzorgingspost rustig een krentenbrood of een banaan te eten en – naarmate het lichter en warmer wordt – telkens iets meer van de vanochtend aangetrokken laagjes uit te trekken.
Ook voor de supporters is er genoeg te zien en te doen. Velen maken een rondgang langs de goede doelenstandjes en de kraampjes van schaatsslijpers en -verkopers langs de lijn. Anderen bestuderen de grote borden met daarop de namen van de winnaars van alle Alternatieve Elfstedentochten voor profs sinds 1989 (het record ligt op vijf uur en 11 minuten). Een geliefd foto-object is een replica van het bruggetje Heeghout uit het Friese Bartlehiem. Veel aandacht trekt ook een oudere dame die langs het parcours een stoel over het ijs schuift, als ware het een rollator. Vanaf de zitting kijkt haar hondje parmantig om zich heen. Vanaf een uur of een ’s middags begint de tent zich langzaam te vullen met deelnemers die hun tocht hebben volbracht en nu gewapend met oorkonde en medaille de schaatsen komen afbinden en hun verdiende bier bestellen.
Altijd goede zin
AEW-veteraan Toine Doreleijers heeft het publiek in de loop der tijd zien veranderen. ‘Zwart-wit gesteld kwamen er vroeger vooral agrariërs en tuinbouwers uit het noorden en westen van het land, echte schaatsliefhebbers die ’s zomers keihard werkten en in de winter twee weken vrij namen om hier te komen schaatsen. Die groep is er nog steeds, maar daarnaast zien we nu ook veel dertigers en veertigers die korter komen en één tocht rijden, terwijl mensen vroeger wel aan twee of drie tochten meededen. Voor veel jongeren is het één van de dingen op hun bucketlist. Mede daarom moeten wij tegenwoordig veel meer aan marketing doen om voldoende rijders bij elkaar te krijgen. Bovendien hebben ook wij last van het fenomeen dat in heel vakantieland speelt: het webcam-toerisme. Mensen wachten tot het laatst af hoe de weersvoorspelling is en boeken pas heel laat. We zien het aantal vooraanmeldingen de laatste jaren teruglopen, terwijl we uiteindelijk – zeker als het weer zo is als nu – toch hetzelfde aantal deelnemers hebben. Blijkbaar nemen ze het risico dat ze geen onderdak in de buurt vinden op de koop toe.’
Wel hetzelfde als vroeger is de positieve instelling van de Nederlanders. ‘We hebben altijd goede zin, zelfs als het sneeuwt en er niets meer gaat.’
Tot aan de brug
Als de AEW-voorzitter na twee weken coördineren, enthousiasmeren en feesten weer naar Nederland rijdt en het evenement zonder grote problemen is verlopen, valt er altijd een last van zijn schouders. Tegelijk begint dan vrijwel meteen de organisatie van de komende editie. De data zijn vastgelegd, het tijdschrift met de terugblik moet naar de drukker en de discussie over wat er volgend jaar beter en anders kan, begint alweer.
Aan één ding kan hij helaas niets veranderen. De 6,4 vierkante kilometer grote Weißensee kan hooguit eens in de vijf jaar helemaal bereden worden. In andere jaren is alleen de ijslaag in het relatief ondiepe ‘kleine meer’ – tot aan de brug – stabiel genoeg om zo’n grote groep schaatsers veilig te dragen. Op het veel diepere ‘grote meer’ is de ijslaag dan te dun. Doreleijers: ‘Een paar jaar geleden kon je inderdaad schaatsen op het grote meer, maar de ijsmeester vond het niet veilig genoeg voor de toertochten. Toen ik op een avond over de brug liep, werd ik staande gehouden door een groepje mensen. “Jij bent helemaal gek”, zei een van hen in stevig dialect. Toen ik vroeg wat er aan de hand was, bleek dat ze het belachelijk vonden dat er niet op het grote meer werd geschaatst. Ze waren er al op geweest en het ging hartstikke goed. Mijn antwoord dat het ijs maar 10 centimeter dik was, vonden ze ook onzin, want “bij ons in Haaksbergen schaatsen we op 1 centimeter”. Dan moet je uitleggen dat er bij hun beton onder het ijs ligt en hier 99 meter water. Om een last van zo’n 240.000 kilo tegelijk te kunnen dragen, is 10 centimeter echt niet genoeg.’
Nee, hij vindt zo’n discussie helemaal niet vervelend of lastig. ‘Het zegt voor mij alles over de passie van de mensen die hier naartoe komen. Ze zien supermooi ijs… natuurlijk willen ze er dan op.’
Informatie en inschrijving AEW: weissensee.nl
Tips & Adressen
Algemeen
Weißensee ligt in Karinthië, circa 110 kilometer ten westen van Klagenfurt. Tijdens de Alternatieve Elfstedentocht vliegt Transavia rechtstreeks vanaf Rotterdam naar Klagenfurt. Een aansluitende bustransfer boek je via kaernten-transfer.at. De regio is ook per trein prima bereikbaar (station Greifenburg/ Weißensee). Een aansluitende bustransfer boek je rechtstreeks via bahnhofshuttle.at
Algemene informatie over accommodaties (inclusief campings), gastronomie, uitstapjes, evenementen, openbaar vervoer en de Gästekarte: VVV Weißensee, Techendorf 78 in Techendorf, weissensee.com
Andere winteractiviteiten
Schaatsen is dan wel de unique selling point van Weißensee, andere wintersporters komen hier net zo goed volop aan hun trekken. In totaal kunnen er tussen medio december en begin maart vijftien wintersporten op en rondom het ijs worden beoefend, zoals ijsstokschieten, ijsduiken, rodelen, ijshockey, fatbiken, Nordic Cruising (met tourlanglaufski’s) en biatlon. De regio telt 44 kilometer tweesporige langlaufloipen en 10 kilometer skatingloipen. Voor winterwandelaars zijn er 40 kilometer geprepareerde wandelpaden. Ook zijn er mogelijkheden tot ijsvissen en kun je een tochtje met de paardenslee boeken. Het familieskigebied Weißensee telt vier sleepliften, een vierpersoons-gondelbaan, een kinder-skiwereld en elk jaar speciale skiweken voor kinderen: de Alps for kids. Meer informatie: weissensee.com
Een algemene overzichtskaart van het gebied met alle sportieve mogelijkheden kun je downloaden op: weissensee-aktiv.com
Natuurpark
Weißensee is behalve een gemeente met zeven dorpen (800 inwoners) ook een van de 48 natuurparken van Oostenrijk, bekroond met de Europese duurzaam toerisme-prijs. Naast het hoogst gelegen meer van Karinthië (930 meter) vind je er bergen, bos en weidelandschap met deels zeldzame flora en fauna, zoals 22 verschillende soorten vissen. Op het water zijn motorboten (behalve van de politie) verboden. Weißensee is lid van Alpine Pearls, een organisatie van gemeentes met ‘zachte mobiliteit’, wat erop neerkomt dat ze het voor gasten mogelijk maken zich tijdens hun verblijf zonder eigen auto goed te verplaatsen. Informatie over het natuurpark: weissensee.at
Overnachten, eten & drinken
Die Forelle
Dit restaurant met regionale, duurzame keuken mag je gerust het culinaire middelpunt van de Weißensee noemen. Het ligt in het gelijknamige, smaakvol moderne hotel direct aan de oever van de Weißensee met uitzicht op het schaatsgebeuren. Lees ook ons interview met eigenaar en topchef (en ex-marathonschaatser) Hannes Müller. Techendorf 80, forellemueller.at
Naggleralm
De stoeltjeslift van de Bergbahn in Techendorf brengt je vanaf het dalstation op 956 meter binnen 12 minuten omhoog naar het bergstation op 1324 meter. Vandaar voert een mooi winterwandelpad naar de ook ’s winters geopende berghut Naggleralm, waar je op zonnige dagen op het terras kunt lunchen met panoramisch uitzicht. Naggl 18, naggleralm.at
Kijk wat je allemaal in de omgeving kunt doen op onze wegwijzer.
Roadtrippen op de Austria Classic Tour
8 spannende burchtruïnes
Hertogstad St. Veit an der Glan
13 spectaculaire uitzichtplatforms
jachtgeweren uit Ferlach
Christine Lavant
Alpenhutten:
Basis van het bergtoerisme
Basis van het bergtoerisme
Villach
Biohotel
Der Daberer
Het Weißensee-virus
Topchef
Topchef
Inselhotel Faakersee
Brouwerijen in Oostenrijk
Alpe Adria Radweg (Karinthië)
Das Ronacher
Stroh Rum
Drauradweg
in Karinthië
Klagenfurt
Stad met strand
Tuffbad
Topchef
Mountain Resort Feuerberg
Gerhard Lampersberg
Pressegger See
Klopeiner See