Handwerk
Blauwdrukkerij Koó
Tekst: Emely Nobis / Beeld: Frits Roest
Je kunt blauwdrukkerij Koó in het dorpje Steinberg in Burgenland makkelijk voorbijrijden. Het langgerekte witte huis onderscheidt zich nauwelijks van andere huizen in de straat. Hooguit zijn de blauwgeverfde deur en kozijnen een wegwijzer. Zodra je echter het erf oploopt, stap je een andere wereld binnen. De L-vormige werkplaats aan de binnenplaats is opgedeeld in ruimtes voor stoffen en stempels, verfbaden en walsen, naaiatelier en verkoopruimte. In de tuin hangen grote lappen stof aan waslijnen te drogen. Op het erf staan kuipen met groenblauw gekleurd water en een houten wals. Joseph Koó – zelf helemaal in het blauw gekleed – runt de kleine blauwdrukkerij in derde generatie. De term ‘blauwdruk’ is eigenlijk misleidend, vindt hij. ‘Stoffen worden niet bedrukt maar geverfd.’
Hij legt uit hoe dat in z’n werk gaat. Eerst wordt er (‘naar geheim recept’) een hars-pap op basis van arabische gom gemaakt. Die wordt op stempels gesmeerd en vervolgens in een patroon aangebracht op strakgespannen banen stof. Nadat de hars is ingedroogd, wordt de stof ondergedompeld in metersdiepe stenen bakken met indigoverf. Denk niet dat er meteen een blauwe lap uit het bad komt. ‘Pas na contact met zuurstof verkleurt de stof: van geel naar groen en uiteindelijk blauw. Afhankelijk van de gewenste diepte van het blauw wordt het verven tot wel tien keer herhaald.’
Overal waar hars de stof heeft bedekt, kan de verf niet doordringen. Als de hars later tijdens het wassen in warm water oplost, komt daarom in wit het eerder aangebrachte patroon tevoorschijn. ‘Dat is het magische moment.’
Walsen
Tot in de jaren zeventig was blauwdruk in Burgenland een veelvoorkomend ambacht, maar de concurrentie van goedkope massaproducten maakte daar een einde aan. De ene blauwdrukkerij na de andere moest sluiten. Joseph Koó : ‘Mijn ouders trokken met hun producten van markt naar markt. Omdat er in die tijd nog nauwelijks winkelcentra waren en mensen voor hun boodschappen op de markt waren aangewezen, wisten ze het zo nog een tijd vol te houden.’
Hoewel Joseph als kind al graag in de werkplaats hielp, koos hij voor een opleiding tot grafisch ontwerper en begon hij een eigen ontwerpbureau in Wenen. ‘Ik had nooit het idee dat ik de blauwdrukkerij zou overnemen, omdat ik er geen toekomst in zag. Pas toen ik op een gegeven moment merkte dat het ambachtelijke weer meer werd gewaardeerd, heb ik alsnog besloten de familietraditie voort te zetten.’
Dat doet hij inmiddels samen met zijn vrouw Miriam en zijn moeder: tachtigplus maar nog vrijwel dagelijks achter de naaimachine te vinden. De werkplaats zelf ziet er niet heel anders uit dan toen zijn grootvader haar in 1921 bouwde. Hij heeft ruim tweehonderd verschillende patroonstempels – gekocht of op vlooienmarkten verzameld door zijn (groot)vader. Sommigen zijn al tweehonderd jaar oud. Hij bezit ook een bijna honderd jaar oude walsmachine, waarmee hij grote lappen stof kan bedrukken. ‘Met stempels is twintig meter stof al een hele prestatie; met de wals kun je vijftig tot honderd meter stof tegelijk bedrukken.’
Het principe werkt hetzelfde als bij de stempels. Elke walsrol zit vol messing pinnen die samen een patroon vormen. De hars-pap wordt over dit patroon uitgesmeerd en in de stof gedrukt terwijl deze als in een ouderwetse wringer door twee cilinders wordt gedraaid. Als de hars na zes tot acht weken is ingedroogd, wordt de stof geverfd en daarna gewassen in warm water. Opnieuw is er een blauw wonder gebeurd.
Dubbeldruk
Per jaar verft Koó ruim drieduizend meter stof met als specialisatie dubbeldruk: stoffen die aan de voor- en achterkant een verschillend patroon hebben. Omdat de blauwdrukkerij al bijna honderd jaar een traditie in stand houdt, werd Koó in 2010 door UNESCO aangewezen als immaterieel cultureel erfgoed. Joseph Koó wil het ambacht echter niet alleen behouden, maar ook levendig houden. Daarom zoeken hij en zijn vrouw bewust samenwerking met eigentijdse kunstenaars en ontwerpers. Voor het Oostenrijks-Japanse designlabel Rosa Mosa bijvoorbeeld maakten ze een modieus blauwdrukpatroon op leren schoenen. In de winkel bij hun werkplaats hangen ook eigen ontwerpen: van theedoeken, schorten en pannenlappen tot jurken, T-shirts en zelfs hoeden. ‘Vroeger verkochten we vooral stof per meter. Toen we van klanten steeds vaker de vraag kregen wat ze van de stoffen konden maken, zijn we dit erbij gaan doen om hen op ideeën te brengen. Onlangs hebben we zelfs een wijnetiket ontworpen: uiteraard voor een Blaufränkisch-wijn.’
De stoffen en ontwerpen van Koó zijn onder meer ‘ab Hof’ te koop in de winkel naast hun werkplaats. Na vooraanmelding kun je hier ook een bedrijfsrondleiding krijgen. originalblaudruck.at
Via Nederland
De kleurstof indigo – gewonnen uit een tropische plant – werd vanaf de 17e eeuw door handelsondernemingen als de VOC uit overzeese landen naar Europa gehaald. De eerste blauwdrukkerij ontstond in 1600 in Amsterdam. Via reizende gezellen werd de techniek door heel Midden-Europa verspreid, tot industrialisatie en de uitvinding van synthetisch indigo voor de meeste bedrijven de ondergang inluidde. Tegenwoordig is er nog een handvol ambachtelijke blauwdrukkerijen in Duitsland, Hongarije, Tsjechië en Slowakije en dus Oostenrijk . Naast Koó is er nog blauwdrukkerij Wagner in Opper-Oostenrijk.
Kijk wat je allemaal in de omgeving kunt doen op onze wegwijzer.
Roadtrippen op de Austria Classic Tour
Iron Curtain Trail
Nationaal Park
Neusiedler See-Seewinkel
St. Martins
Therme & Lodge
Rust
Stad van de ooievaars
Genotsfietsen
Rietdakdekker
Topchef
Joseph Haydn
Blauwdrukkerij Kóo
Topchef