
Salzkammergut
Tekst: Emely Nobis / Beeld: Frits Roest
Rondom de Mondsee en zijn kleine broertje, de Irrsee, valt er voor sport- en cultuurliefhebbers veel te ontdekken. Actief zijn in de natuur met 6000 jaar geschiedenis als coulisse.

Twee meren met een gezamenlijke oppervlakte van rond de 17 vierkante kilometer, met daartussen slechts zo’n vijf kilometer land: dat is de regio Mondsee-Irrsee in Opper-Oostenrijk. De twee warmste meren van het Salzkammergut zijn onderling heel verschillend. Op en rondom de Mondsee krioelt het ’s zomers van de mensen, terwijl de kleinere Irrsee eerder een oase van rust vormt. In activiteiten staat de Mondsee voor waterski, kitesurfen, zeilen of wakeboarden, en de Irrsee voor een ontspannen tochtje met een roeiboot of kajak. Beide meren nodigen met tal van stranden en steigers uit tot zwemmen in het kristalheldere water.
Hertog Odilo

Een goed uitgangspunt voor een verkenning van de regio – ook wel het Mondseeland genoemd – is het marktstadje Mondsee, ingebed tussen de bergen en schilderachtig gelegen aan de oevers van het gelijknamige meer. Ook al lijkt de vorm van dit meer op een maansikkel, waarschijnlijk is de naam een verbastering van Mannsee: een oudadellijk geslacht uit de regio. Meer tot de verbeelding spreekt een populaire legende. Toen hertog Odilo van Beieren na een jachtpartij met zijn gevolg in het donker terug naar huis reed, bleef zijn paard plotseling staan en wilde het ondanks aansporing niet verder. Op dat moment werd de opkomende maan in het meer weerspiegeld: Odilio’s paard had hem voor een fatale val van de klif behoed. Zo zou de Mondsee z’n naam hebben gekregen. Vandaar ook de gouden maan tegen een donkerblauwe achtergrond in de bovenste helft het wapen van het plaatsje.

Het mag dan een legende zijn, Odilo is wel degelijk belangrijk voor de geschiedenis van Mondsee. In 739 gaf hij opdracht voor de bouw van een Benedictijnerklooster nabij het meer. Volgens de legende uit dankbaarheid voor zijn redding; in werkelijkheid waarschijnlijk vanwege de strategische ligging langs handelswegen. Vanaf de inwijding in 748 werd de (economische) ontwikkeling van Mondsee ruim een eeuw lang bepaald door het klooster. Tot de uitgestrekte bezittingen behoorde ook het meer zelf. Dat was vooral van belang omdat de monniken in de vastentijd geen vlees mochten eten. Alles wat in het water zwom (inclusief zwanen en bevers) gold niet als vlees en kon dus wel op het menu. Naar het belang van het meer als bron van voedsel verwijst de onderste helft van het wapen van Mondsee: drie bootjes op de golven, met in elk ervan een in rood geklede schipper.
Sound of Music-kerk

Het Mondseeland maakte bij de oprichting van het klooster deel uit van het hertogdom Beieren, werd na 1506 onderdeel van het aartshertogdom Oostenrijk om ten tijde van de Napoleontische oorlogen tussen 1809 en 1816 opnieuw bij Beieren te worden gevoegd. In 1810 schonk Napoleon het inmiddels opgeheven klooster en alle daarbij horende bezittingen aan zijn bondgenoot: de Beierse veldmaarschalk Carl Philipp Fürst von Wrede. Diens nakomelingen verkochten het klooster uiteindelijk en tegenwoordig zijn er onder meer een school, winkels, woningen en een hotel gevestigd. Het monumentale complex en de ermee verbonden voormalige kloosterkerk – nu de rooms-katholieke basiliek St. Michael – domineren echter nog steeds het aanzien van Mondsee. Samen met de pastelkleurige fin-de-siècle-huizen rondom het kerkplein vormen ze een beschermd dorpsgezicht.

Op dat enorme kerkplein (de Marschall-Wrede-Platz) kun je bijna dagelijks druk fotograferende groepjes Amerikaanse, Chinese of Scandinavische toeristen rond zien dwalen. Ze zijn op pelgrimage naar de ‘wedding church’ uit de Sound of Music. Want ja, de scenes van de huwelijkssluiting tussen baron Von Trapp en Maria zijn in deze kerk gedraaid. Dat maakt haar tot op de dag van vandaag een geliefde trekpleister, meestal als onderdeel van een Sound of Music-panoramatour per bus vanuit Salzburg. Met meer dan 200.000 bezoekers per jaar is de basiliek een van de meest gefotografeerde kerken ter wereld, maar ook voor niet-fans van de musical is het rijke interieur het bezichtigen waard. Bijzonder zijn vooral de zeven altaren, de preekstoel en de orgelomranding die de barokke kunstenaar Meinrad Guggenbichler vanaf 1678 in dienst van het klooster maakte. Zijn uit één boomstam gesneden zuilen met wijnranken en bladeren en zijn mollige engelen – Puten genoemd – zijn artistieke juweeltjes.

De aan het kerkplein grenzende Marktplatz is ’s zomers autovrij. Zittend op een van de vele terrasjes hier kijk je uit op maar liefst vier gemeentehuizen: dat van Mondsee (in het voormalige Hofrichterhaus) en die van St. Lorenz, Innerschwand am Mondsee en Tiefgraben (in een voormalig gymnasium) aan de andere kant van de Marktplatz. Vier gemeentehuizen met elk hun eigen burgemeester op een kluitje... Het moet een voor Oostenrijk unieke curiositeit zijn. Door de concentratie in Mondsee konden de plattelandsgemeenten zelfstandig blijven en tegelijk flink besparen op huisvestings- en personeelskosten.
Meer over geschiedenis en cultuur van het klooster en de omgeving, archeologie en bouwgeschiedenis, sacrale kunst, boekverluchting en volkscultuur kom je te weten in het Klostermuseum (Marschall-Wrede-Platz 1), gevestigd in enkele voormalige kloosterruimtes direct naast de kerk. Bijzonder bezienswaardig zijn de voormalige Benedictuskapel (grafkamer van de monniken) met fresco's uit het einde van de 13e eeuw, het gebedskoor en de voormalige gotische kloosterbibliotheek. Geopend (behalve op maandagen) van begin mei tot eind oktober.
Paalbouwnederzettingen

Van de basiliek van Mondsee naar de promenade langs het meer is het een kleine tien minuten lopen. Als een van de weinige meren in Oostenrijk is de Mondsee nog steeds in privébezit, maar al te veel vrijheid om ‘hun’ meer te exploiteren hebben de nakomelingen van veldmaarschalk Von Wrede niet. De Mondsee zelf, de nog onbebouwde noordwestelijke en de zuidoostelijke oever én enkele zijrivieren zijn sinds 2006 Europees beschermd gebied vanwege de bijzondere flora en fauna. Zo gedijt hier onder andere het zeldzame kranswier, dat alleen in heel zuiver water groeit. Ook de sterk bedreigde vissoorten Perlfisch en Seelaube (ondersoorten van de karper) worden alleen in de Mondsee en Attersee nog relatief vaak aangetroffen. Desondanks mogen grote delen van de Mondsee door zwemmers en watersporters vrij worden benut. Wel geldt er een motorbootverbod, met een uitzondering voor hulpdiensten en de lokale waterskischolen.

De Seepromenade zelf is een mooi aangelegde groenstrook (het Almeidapark) met overal houten bankjes die uitkijken op het turkooise water en de daar achterliggende bergen. Onzichtbaar, zo’n drie tot vier meter onder water, liggen de restanten van meerdere prehistorische paaldorpen (palafittes). De paalwoningen stonden tussen ongeveer 3800 en 3300 voor Christus nog op de oevers, maar zijn door het stijgende waterpeil uiteindelijk verzonken. Het eerste grote paaldorp bij Mondsee werd in 1872 herontdekt door archeoloog Matthäus Much. Later volgden er meer. Sinds 2011 zijn ze samen met ruim 100 andere paaldorpen in de Alpen opgenomen in de UNESCO-werelderfgoedlijst. Omdat veel organisch materiaal als hout, textiel, dierlijke botten, voedingsmiddelen en dergelijke in het water geconserveerd zijn gebleven, kunnen de leefomstandigheden in de dorpen goed worden gereconstrueerd. De bewoners leefden vooral van visserij, jacht en wat akkerbouw. Ze maakten ook hoogwaardige stoffen, keramische voorwerpen en sieraden, wat erop duidt dat de levensstandaard relatief hoog was. Vooral in de Mondsee zijn tal van goed bewaarde versierde aardewerkvondsten gedaan. Daarom wordt de paalwoningcultuur ook wel Mondseecultuur genoemd.
Te bezichtigen zijn de verzonken dorpen in de Mondsee niet. Om schade aan de kwetsbare overblijfselen te voorkomen, is duiken in de buurt ervan verboden. Wel geeft een paviljoen langs de promenade meer informatie over deze vroege samenleving. Zo is er onder meer een originele korjaal (een kano gemaakt uit een enkele boomstam) te zien, destijds gebruikt voor de visvangst.

Nog veel meer vondsten herbergt het Pfahlbaumuseum (Marschall-Wrede-Platz 1, in hetzelfde pand als het kloostermuseum). Je ziet er onder andere een schaalmodel van een paalwoning, voorbeelden van Mondseer keramiek, prehistorisch werktuig, sieraden, zaden, botten en excrementen. Ook wordt er uitgebreid ingegaan op het dagelijks leven van bewoners van de paalwoningdorpen.
Meer over de zesduizend jaar oude geschiedenis van Mondsee kom je te weten door het volgen van de 4,5 kilometer lange cultuur-rondweg door het plaatsje, met informatieborden bij de bezienswaardigheden en QR-codes voor extra informatie.
Broedgebied weidevogels

Zo gevarieerd als de meren zelf is ook het landschap rondom Mondsee en Irrsee. Terwijl aan de noordkant heuvels glooiend aflopen naar de oevers van de meren, vormen in het zuiden de ruige toppen van de noordelijke Kalkalpen een spectaculair bergdecor. De veelzijdige natuur beleef je al wandelend en fietsend het beste. Alleen al rond de Irrsee zijn acht fietsroutes uitgezet, daaronder ook de 14 kilometer lange Irrseeweg die langs het hele meer voert: soms direct langs de oevers, soms door de dorpen en weiden eromheen. Begin- en eindpunt is het kleine dorpje Zell am Moos op de oostelijke oever. Vanaf hier fiets je met nauwelijks hoogteverschil in noordelijke richting naar het zogenaamde Nordmoor (noordelijke veen), een toevluchtsoord voor broedende weidevogels. De weidegebieden zelf mogen niet betreden worden, maar direct naast de weg is een uitkijk- en observatiepunt ingericht. Met een beetje geluk kun je vooral in het voorjaar zeldzame vogelsoorten als kievit, kwartelkoning, watersnip, graspieper, rietgors en wulp observeren. Die laatste vogel staat ook afgebeeld op het wapen van de gemeente Oberhofen am Irrsee.
Vanaf de observatiepost gaat de route terug langs de westelijke oever over verkeersvrije wegen naar de zuidelijke punt van de Irrsee. Daar kun je bij Tiefgraben, een van de meest bezochte zwemgebieden rond het meer, een duik in het tot 27 graden warme water nemen.
Klik hier voor meer informatie over alle fiets- en mountainbikeroutes in de regio Mondsee-Irrsee.
Uitzichttoren

Met 150 km wandelpaden is het Mondseeland ook te voet prima te verkennen. Rond de Irrsee zijn de wandelpaden relatief vlak. Verder naar het zuiden vergen het beklimmen van de bergen Schober, Drachenwand, Almkogel en Schafberg meer conditie.
Een bij de lokale bevolking geliefd wandeldoel is de uitzichttoren op de 1095 meter hoge berg Kulmspitze bij Innerschwand. De 28,9 meter hoge houten constructie staat sinds 2019 op de plek waar de afdeling Mondsee van de Oostenrijkse Alpenvereniging al in 1895 een toren had opgericht. Toen die bouwvallig werd, bleken de kosten voor sanering te hoog en moest de toren weer worden afgebroken. Het ontwerp van de huidige toren, een initiatief van de gemeenten Innerschwand am Mondsee en Oberwang in samenwerking met het toerismebureau Mondsee-Irrsee, is gebaseerd op schetsen uit 1906 van hoe de toren er na de renovatie uit had moeten zien.

Je kunt de uitzichttoren bereiken via verschillende wandelroutes (allemaal ongeveer 11 km) vanuit Mondsee, Innerschwand en Oberwang. Wie liever de makkelijke weg kiest, kan ook met de shuttlebus of auto naar boven. Let wel: Op de parkeerplaats Stabau is het aantal plaatsen beperkt en vanaf daar moet je nog steeds enkele kilometers omhooglopen over een bospad. Toegang tot de uitzichttoren is gratis, en na het beklimmen van 144 treden krijg je vanaf het platform bovendien een magnifiek 360-graden panorama over het markante Mondseeland cadeau.
Klik hier voor meer informatie over wandelen en bergbeklimmen in de regio Mondsee-Irrsee.
Kijk wat je allemaal in de omgeving kunt doen op onze wegwijzer.
Meer Opper-Oostenrijk
Overige Tips & Adressen
Algemeen
Dankzij een eigen afrit op de snelweg A1 is het Mondseeland vanuit alle richtingen goed te bereiken. Klik hier voor meer informatie over bereikbaarheid per auto, trein of bus. Voor bestemmingen in het Mondseeland zelf kan de Postbus Shuttle worden geboekt.
Algemene informatie over overnachten, gastronomie, bezienswaardigheden, evenementen en activiteiten bij het toerismebureau, Dr. Franz Müller Straße 3 in Mondsee, mondsee.salzkammergut.at
Overnachten, eten & drinken
Schlosshotel Mondsee

Wij logeerden tijdens ons verblijf in het Schlosshotel Mondsee, gevestigd in het hoofdgebouw en de stallingen van het voormalige klooster en latere kasteel Mondsee. De uitgestrekte gangen rondom een barokke binnentuin ademen nog steeds de sfeer uit de tijd van de monniken, helemaal als de klokken van de kathedraal luiden. De jachttrofeeën aan de wanden dateren uit de tijd dat de grafelijke familie Von Wrede (later Almeida) er woonde, van 1810 tot aan de verkoop in 1985. Inrichting en architectuur van het in 2000 geopende en in 2015 volledig gerenoveerde hotel zijn een combinatie van traditionele en moderne elementen, met veel respect voor de historie.
Vanwege de betekenis van het complex voor de regio zijn vier Mondsee-gemeentes (Mondsee, Tiefgraben, Sankt Lorenz en Innerschwand) mede-eigenaar. Zij beheren de historische zalen die gebruikt worden voor bruiloften, seminars, concerten of andere evenementen. Het hotel, de gastronomie en de spa met zwembad worden door twee private eigenaars bestierd.

De gastronomie omvat twee prima restaurants Culinaro en Benediktus en de cocktailbar Castello